Het was tijdens het lezen van Mijn verhaal van Michelle Obama, dat ik bleef haken. Het waren slechts zes woorden, maar blijkbaar triggerden ze iets van waarde. Een onderwerp waar ik iets mee wil… of moet… of mag.
Een druilerige zaterdag in januari. Een zolder die moet worden opgeruimd, want we gaan verhuizen: Eén plus één is twee: dit is een uitgelezen kans om spijkers met koppen te slaan op die zolder!
‘Het is hier on-ge-lo-fe-lijk saai!’ ‘Niemand is zo streng als jullie, ik mag echt he-le-maal niets!’ ‘Hallo, we leven nú!’ Soms lijkt het wel alsof pubers alleen met uitroeptekens kunnen communiceren.
Getergd. Zo zag ik er waarschijnlijk uit. Ik had zojuist Tweede Zoon voor de vijfde keer terug op zijn stoel gedirigeerd, een nogal brutale reactie getracht te pareren en een elleboog mijn kant op zien komen.
Het is de tweede week van de vakantie en ik scroll wat op Instagram. Tussen de foto’s van kerst en nieuwjaar, feestoutfits en lekker eten zie ik vooral ook veel foto’s met een ander thema.
‘Mam, ik weet wat werken is,’ zei Kleuterzoon onlangs. ‘Werken is klussen. En werken is bij de burgemeester (echtgenoot). En werken is op zolder bij de kjomputer (ik).’ Zijn analyse verbaasde mij niet.
Het was op Utrecht Centraal, spoor 3. De trein zou over tien minuten arriveren en ons richting Putten brengen. Daar lag mijn spiksplinternieuwe boek klaar om gepresenteerd te worden.
Ik heb een Micha-cursus gedaan. Een wát? Een Micha-cursus. Dat is een cursus waarin je leert goed en recht te doen aan mens en milieu. Een thema’s dat voorbijkomt is onder meer: consuminderen.
Het is op een willekeurige middag als er plots een oerkreet klinkt, en voordat ik het weet, word ik uit het niets besprongen. Twee armen worden om mijn nek geslagen, terwijl ik een harde kus krijg.