Je kent het vast wel: je ziet een vrouw lopen die je heel lang niet gezien hebt en denkt: hoe heet ze ook alweer? Je weet dat de naam ergens in een hoekje van je hersenen moet zitten.
Afgelopen weken dacht ik na over het thema van deze 'Zomer': rust. Hoe zou ik ‘rust’ kunnen definiëren? ‘Rust’ omschrijven, betekent haar kunnen vasthouden in mijn gecontroleerde wereldje.
Daar gaat ze dan. Met een grote koffer, een kleinere en een rugzak, ’s morgens vroeg op Schiphol. Ze vindt haar weg op het vliegveld en checkt in, alsof ze het dagelijks doet. Voor ons is dat niet echt het geval.
Wonderlijk, hè, in slechts luttele jaren voltrekt zich de transformatie van kind naar volwassene. Heel natuurlijk, maar als het je eigen kind betreft, is het even wennen, en blijk je de snelheid van dit proces niet altijd bij te kunnen benen.
Volgend schooljaar sta ik niet meer bij het hek. Niet meer voor haar tenminste. Dan gaat ze naar de grote school. Vindt iedereen het zo moeilijk om los te laten?
Het is al weer een paar jaar geleden, maar het moment staat nog in mijn geheugen gegrift. Onze oudste dochter, Linde, ging voor het eerst naar school. Ik had speciaal een week vrij genomen, om dat proces goed te kunnen begeleiden. Wat was ze nog klein.
In de kleuterklas kende ik de codezin. Ik vroeg gewoon: ‘Heb je vandaag gewerkt of gespeeld?’ en ik kreeg een vrij bevredigend verslag van wat zich die dag binnen en rond de schoolmuren had afgespeeld.
Toen ik mij in de tweede helft van de vorige eeuw liet dopen – dat klinkt alsof ik nu minstens honderd ben – was het de gewoonte dat iedere dopeling een persoonlijke tekst meekreeg.
Menig mens wordt totaal gefrustreerd wanneer men na een lange dag aan moet sluiten in een file. Als iemand dan verkeerd anticipeert in het verkeer,is gemopper in een auto geen uitzondering.