Een druilerige zaterdag in januari. Een zolder die moet worden opgeruimd, want we gaan verhuizen: Eén plus één is twee: dit is een uitgelezen kans om spijkers met koppen te slaan op die zolder!
En ongelofelijk wat je dan allemaal tegenkomt. Van opblaaskrokodillen tot schaatsen in maten die niemand in huis meer past. Van kerstversiering tot kleuterwerkjes. Van oude agenda’s tot… fotoboeken! Hier doet zich de eerste ernstige stagnatie van het opruimproces voor. Terwijl mijn man efficiënt doorwerkt en zich niet laat afleiden van de klus die ons te klaren staat, kan ik niet anders dan éven neuzen in die fotoboeken… Eventjes maar.
Maar op het moment dat ik dat doe, betreed ik een andere wereld. Een wereld waarin onze kinderen nog klein en schattig zijn. Een wereld van wiegjes en slapende kindjes, van vrolijke peuters en eigenwijze kleuters. Van bijzondere schoolmomenten en kampeervakanties in onze ouwe Alpenkreuzer. Nostalgie, nostalgie. Alle kleertjes, mensen en belevenissen en al het speelgoed… Alles wat ik zie op de foto’s, ademt een tijd die er niet meer is.
Met een gevoel van heimwee bekijk ik foto’s van sinterklaasfeesten: uitbundige kleuters met stralende ogen en rode wangen van de spanning. En van zonnige taferelen aan een strandje: smeltende ijsjes op bruine kindergezichtjes. Van kastanjes zoeken in het bos en van…
Pats! Daar gaat mijn zeepbel, als mijn man over mijn schouder meekijkt en zegt: ‘Weet je nog toen de oudste ziek werd en tijdens die vakantie in Drenthe alles onder spuugde? Of dat we niet meer wisten hoe we warm moesten worden toen het maar blééf regenen tijdens die kampeervakantie? Dat we uit armoede maar in de McDonalds gingen zitten?’ Van die momenten zijn duidelijk minder foto’s gemaakt. Maar ik herinner me ze nog. En ook dat de kinderen het spuugzat waren toen. Niet alleen de kinderen trouwens… Wat een gedoe zeg, met slaapjes en luiers in een klamme vouwwagen.
Je zou bijna vergeten hoe moe je in die tijd kon zijn, want hoe zonnig en leuk vakanties ook konden zijn, je was wel altijd bézig. Ik heb het dan ook altijd heerlijk gevonden dat de kinderen langzamerhand groter werden en daarmee zelfstandiger. Op deze regenachtige januarimiddag op zolder bekijk ik het verleden door een grote roze bril en blijkt mijn geheugen ernstig selectief.
Hoe zal ik over pak ‘m beet tien jaar terugkijken op deze tijd? Goeie vraag. Wat zal ik onthouden hebben en wat zal mijn selectieve geheugen aan het vergeten zijn? Hoe ziet mijn wereld van nu er uit door een grote roze bril? Kortom, wat maakt deze tijd speciaal, het genieten waard?
Ik klap de fotoboeken dicht en kijk om me heen. Ik stap bewust weer in de wereld van nu, die bepaald niet klein en schattig meer is, maar wel gezellig, vol reuring, met (bijna) volwassen kinderen die zich ontwikkelen en nieuwe dingen doen. Met uitstapjes en gesprekken op gelijkwaardig niveau. Van bakkies doen en doorbomen. Dat zal ik terugzien in de foto’s, over tien jaar. En de vervelende discussies, mopperende pubers, gesloten tieners, eindeloos aan de hand klevende telefoons… die vergeten we gewoon.
Leve het selectieve geheugen!