Misschien heb je het al voorbij zien komen op mijn Facebookpagina. Ik heb een scootmobiel. Ook wel mijn nieuwe cabriolet genoemd. Dat klinkt wat aangenamer. Samen met de kinderen kan ik zelfstandig op pad.
‘Veters strikken.’ Een schoen met loshangende veters wordt met een zwaai op mijn schoot gelegd. Verbaasd kijk ik mijn dochter aan. ‘Hoe vraag je dat netjes?’ Er volgt een diepe zucht. Dan kijkt ze me lachend en heel lief aan.
Mensen die me kennen, weten dat ik de afgelopen jaren best moeite heb gehad met klagende ouderen. Opmerkingen die ik naar mijn hoofd geslingerd heb gekregen, vond ik lang niet altijd leuk.
Voor me staat de tafel, waarop ik moet gaan liggen – de bestralingstafel. Al snel wordt het strakke masker weer om mijn hoofd getrokken. Mijn ogen worden dichtgeknepen, door mijn neus komt geen lucht meer.
Het is stil om me heen. Eindelijk lig ik helemaal alleen in een ziekenhuiskamer. De zon schijnt langs de gordijnen en ik voel de zonnestralen op mijn armen. Ik kan niet om me heen kijken. Mijn ogen zitten dicht door het vele vocht in mijn gezicht.
Het boek Van onschatbare waarde is uit! Wat een bijzonder moment toen ik het boek voor het eerst in mijn handen had. Een boek over de bijzondere rol die je als moeder binnen het gezin mag hebben.
Johan zit naast mij aan mijn ziekenhuisbed. Ik voel weer een enorme hoofdpijnaanval komen opzetten. Als het weer wat afzakt en ik weer iets kan zien, zie ik dat er twee artsen naast mijn bed staan.
Als ik naar buiten kijk dan is het alweer van het kwakkelweer. Om me heen hoor ik steeds meer mensen zeggen dat ze zich niet fit voelen. ‘Het gaat rond’, zeggen we dan. Als een lopend vuurtje worden de ziektekiemen verspreid.