Zodra elk jaar de kerst in zicht komt, is het alsof ik naar Eindhoven ben verkast. Want opeens doet mijn vrij schemerachtige habitat niet meer onder voor de Lichtstad. Omdat er overal lichtjes tevoorschijn komen.
Het kerstfeest is voorbij. Je bent een aantal dagen geleden wellicht (een paar keer) naar de kerk geweest om Jezus’ geboorte te vieren en hebt tijd doorgebracht met familie of vrienden, samen gegeten en het gezellig gehad.
Als je vandaag om je heen kijkt, kan het haast niet anders of je ziet ergens lichtjes, want zodra december zijn intrede doet, verschijnen ze overal. Deze lichtjes – of het nu adventskaarsen zijn in kerken...
Als de zon zich laat zien, is dat natuurlijk altijd fijn, of het nu lente, zomer, herfst of winter is. Maar in de wintermaanden, wanneer het minder vanzelfsprekend is dat zij schijnt en het ook lang donker is, is zonlicht misschien wel het fijnst.
De kerstdagen zijn voor veel mensen een tijd van gezelligheid en samenzijn. Maar niet voor iedereen. Een groot aantal Nederlanders voelt zich dan juist eenzaam. Dat was de kern van een artikel dat ik ergens las.
Als mensen zijn we veelal gericht op het leven op aarde en vooral bezig met wat er hier op dit moment of in de (nabije) toekomst moet of gaat gebeuren. Dat geldt in elk geval wel voor mij.
Enkele jaren terug ontdekte ik hem in de lampenwinkel: mijn huidige vloerlamp. Ik was op slag verkocht en nam hem zonder te aarzelen mee. Toen ik thuiskwam, was ik in staat om hem pal voor mijn huis te zetten.
Zodra de laatste maand van het jaar aanbreekt, wordt het overal duidelijk: kerst is in aantocht. Winkeletalages kleuren rood en groen, kerststerren worden voor de ramen hangen, en … je ziet overal lichtjes.
Als tiener hield ik een dromendagboekje bij. Elke nacht droomde ik en eenmaal wakker dagdroomde ik verder. Het was zelfs zo erg, dat mijn collega’s mij ‘de dromer’ als bijnaam gaven.