We zijn weer eens aan het verbouwen. Of beter gezegd: nog steeds. Al tien jaar lang metamorfoseert onze woning zich van oud kaaspakhuis en jarendertigwoning-in-de-meest-letterlijke-zin-van-het-woord tot hier-voelen-wij-ons-thuis-stek. Het wordt prachtig. Echt. Het duurt alleen nogal… ehm, lang.
De werkzaamheden hebben zich inmiddels van binnen naar buiten verplaatst. Dat scheelt weer, hoor ik je denken. Als je vrouw bent dan. Met de rib die zich aan het begin der tijden van Adam naar Eva verplaatste, is waarschijnlijk ook het zicht op troep bij het mannelijk ras verdwenen. Of misschien komt het omdat ik helemaal niet van klussen houd en daarom alles wat niet bij het eindresultaat hoort (lees: stof, zaagsel, zooi) wekelijks sta te verwensen.
Echtgenoot begrijpt het niet. Dit wist ik toch voordat we eraan begonnen? Zonder schuren, geen glans. En eigenlijk begrijp ik het ook niet. Waarom beginnen we telkens weer aan een nieuw huis-tuin-en-keuken-project terwijl mijn ik-doe-net-alsof-ik-geen-troep-zie-mentaliteit al ergens lang geleden is gesneuveld?
Ik weet het ook weer wel. Manlief leeft op als hij zo’n project eigenhandig uitdenkt en opbouwt. En hij is goed. Heel goed. Van kledingkast tot balustrade, van tuinontwerp tot nieuwe vloer, van boekenkast tot voeg. Hij denkt het uit, zet het op papier en gaat aan de slag. Vaak zonder enige ervaring. En het eindresultaat is mooi. Echt mooi. Had ik al gezegd dat hij goed is?
Inmiddels zijn we dus bij de tuin aanbeland. Terwijl mijn mannen zich met scheppen, kruiwagens, hamers en drilboren in het zweet werken, roep ik de hele dag: ‘Laarzen uit!’, ‘Handen wassen!’, ‘Houd dat zand buiten!’, ‘Niet met je nette schoenen door de aarde!’, ‘Eerst een oude broek!’ en probeer ik iets van die ik-doe-net-alsof-ik-geen-troep-zie-mentaliteit te hervinden. Tevergeefs.
Daarom hebben man en ik een deadline op papier gezet. Gisteren. In goed overleg. Er is een tijd om te klussen, en een tijd om er heel hard van te gaan genieten. Tot die tijd kijk ik maar naar boven. Voor hulp, geduld en om zo min mogelijk troep te zien.
Want het wordt uiteindelijk prachtig. Echt.