Ik heb een allergie. Een hele erge eigenlijk wel. Zet me in een kamer vol beeldjes, potjes, doosjes, schilderijtjes en andere prullaria en ik moet me bedwingen geen vuilniszak te pakken.
De reden waarom ik – zeker nu ik ouder word – steeds meer afkeer heb van te veel spullen om me heen, heeft volgens mij sterk te maken met de overgang. Ik heb zo’n behoefte aan rust. En rust in mijn interieur geeft rust tussen mijn oren. Ik ga in deze verbazend veel op mijn lievelingstante van vaderskant lijken. Naarmate ze de vijftig naderde, ging zij meer en meer bezittingen weggeven.
Toen ik 2,5 jaar geleden verhuisde (mijn eitjes waren toen al bijna op) kreeg ik ook ineens zo’n zelfde opruimwoede. Ik bracht dozen vol naar de kringloop. Spullen waaraan ik jaren krampachtig had vastgehouden, kon ik met gemak laten gaan. En wat voelde dat fantastisch! Alsof ik me ontdeed van veel extra ballast.
Het nieuwe huis werd een thuis met sobere witte muren, weinig meubels, alle boeken op één plek, slechts één nisje met mooie kommen, schalen en glazen en niet meer dan twee schilderijen aan de muur. Heerlijk!
Nou moet ik je wel schoorvoetend iets bekennen. Die afkeer van te veel spullen heb ik helaas (nog) niet op alle terreinen van mijn leven. Qua kleding ga ik namelijk regelmatig voor de bijl. Ik ben gek op tweedehands!
Wekelijks schuim ik dus wel de kringloop af of zoek op Marktplaats naar leuke vintage hebbedingen… Niets zo leuk als een compliment te krijgen voor je look en dan vol trots te kunnen vertellen dat je hele outfit nog geen tientje heeft gekost.
Mijn kledingkast is overvol, maar ik zag er lange tijd niks van. Al mijn stapeltjes truien/rokjes/T-shirts/broeken en hangertjes met jurkjes zitten veel te keurig verstopt achter matglazen schuifdeuren. Ik schrok me dan ook rot toen ik een maand geleden enig graafwerk verrichte in mijn kast. Ik ontdekte nog nooit gedragen jurkjes. T-shirtjes waarvan ik de herkomst niet meer weet. Of schoenen, felblauw, die qua kleur nergens bij staan.
Sindsdien laat ik de schuifdeuren regelmatig maar eens open staan. En dat werkt. Want zodra ik al die stapels en rijen zie, word ik zó onrustig in mijn hoofd. Wie weet vul ik binnenkort een vuilniszak met kleding en rijd ik naar de kringloop om wat weg te brengen!
Tekst: © Mariëtte Woudenberg