Een irritant gepiep verstoort mijn droomloze slaap. Nog half versuft probeer ik het een halt toe te roepen. Mijn hand tast naar mijn telefoon op het nachtkastje. Waar mijn lichaam zich nog zo lang mogelijk slapend probeert te houden, is mijn geest wakker geschrokken en rent paniekerig rondjes door mijn hoofd, terwijl het al roepend orde op zaken probeert te krijgen.
Welke dag is het vandaag? Zondag? Moet ik werken? Hoe laat is het? Waarom ging de wekker? Moet ik werken? Het is dinsdag. Hoe laat is het? Waarom ging de wekker? Een oog geeft gehoor aan het paniekerig geroep in mijn hoofd en kijkt hoe laat het is. Zeven uur. O, zeven uur op dinsdag. Nog even snoozen. Het is de wekker voor school.
Het echte schoolritme is weer begonnen. Elke ochtend de wekker zetten. Elke dag op tijd je bed uit. En in combinatie met onregelmatige werktijden levert dat niet altijd een goed humeur op. Maar dan blijkt op een avond de batterij van mijn telefoon helemaal leeg te zijn en met geen mogelijkheid gaat mijn telefoon meer aan.
‘Nu kan ik mijn wekker niet zetten!’ zeg ik, terwijl ik mijn lichte paniek probeer te verhullen. Mijn man kan er niet mee zitten. De laatste keer dat voor hem de wekker is afgegaan, ligt al tijden achter ons.
‘De kinderen zijn toch je wekker. Die zijn altijd rond zeven uur wakker,’ zegt hij, terwijl hij zich onder de deken nestelt.
En eigenlijk is het waar. Bij ons zijn het geen uitslapers. Ik waag het erop.
Het gaat verrassend goed. Niets beter wakker worden dan van een kinderhandje tegen je gezicht. Of een natte kus. Ik ben om. Maar dan ben ik een keer zo moe na een reeks nachtdiensten dat ik pas na halfacht wakker word. De kinderen zijn al wakker en lief aan het spelen, en in mijn haast probeer ik het ochtendritueel erdoorheen te racen. Schoolritme.
Dan, na nog geen maand school, hebben de kinderen ineens een studiedag. Ik ben gelukkig ook vrij. En zo kunnen we het heerlijk op ons gemakje doen ’s ochtends. De kinderen spelen met elkaar op hun kamer. En ik, ik draai me nog eens lekker om.
Morgen zet ik gewoon de wekker weer, maar ik besef dat het de kunst is om van deze kleine geluksmomentjes te genieten. En soms is dat ook maar het beste wat je kunt doen.