Het is weer zover. In onze vensterbank staat opnieuw een verpieterde, uitgedroogde plant. Klaar om weggegooid te worden, want zelfs met een emmer water is deze plant niet meer te redden. De zoveelste plant die het niet overleefd in mijn huis.
Er is maar één plant die het wel overleeft in mijn huis. Een plant waarvan jaren geleden enkele bladeren gebruikt zijn in mijn trouwboeket. Waarom deze plant wel zo lang in ons huis kan blijven bestaan? Is het de liefde of herinnering? Nee hoor, deze plant kan prima een tijdje zonder water. Voor mij de ideale plant.
Ik geef het toe: ik ben geen held in het onderhouden van mijn planten. Op de een of andere manier zit het niet in mijn systeem. Hoe dorstig de planten ook zijn, ik zie het gewoon niet. De zorg die een plant nodig heeft, daar kan ik niet aan voldoen en elke keer als ik er een weggooi, krijg ik toch een raar gevoel. Ik had de plant gewoon beter moeten verzorgen.
Terwijl nadenk over deze blog kijk ik om me heen. Via de verdorde plant in de vensterbank dwaalt mijn blik naar buiten en ik zie dat er weer een nieuw seizoen aanbreekt. De herfst. Nu ik vanuit mijn bed naar buiten kijk, zie ik de eerste bladeren verkleuren. Ook deze bladeren krijgen te weinig water. Langzaam verliest de boom zijn bladeren en begint het te lijken op een lange tak met zijtakken. Een langzame afbraak.
Het blijft altijd een bijzondere ontwikkeling in de natuur. Afgelopen week mocht ik 31 jaar worden en eigenlijk zou ik in de zomertijd van mijn leven willen zijn. Maar mijn ‘bladeren’ begin ik te verliezen. Als ik vrouwen over de overgangsperiode hoor praten, dan vind ik herkenning. Door de medicatie mag ik de overgang inmiddels voor de zesde keer doormaken.
Als ik een persoon die in de ‘herfst van zijn leven leeft’, hoor spreken over het loslaten van het leven en de moeiten die zij mentaal en lichamelijk doormaken, vind ik herkenning. Als ik een moeder zie fietsen met haar kinderen, dan vind ik die herkenning niet meer. Bij mij dwarrelen de bladeren om me heen. De herfst is aangebroken. Langzaam verdorren de bladeren. Het gebeurt gewoon, zonder dat ik grip op heb. Ik kan zo veel water krijgen als ik wil, maar dat heeft weinig invloed.
Dit alles klinkt triest en dat is het eigenlijk ook, maar wat is het ook mooi om te mogen weten dat na de herfst en winter er weer nieuwe bladeren mogen groeien. Ooit komt er een dag dat het nieuwe leven gaat komen.
Even weer terug naar onze woonkamer, waar ik de verpieterde plant uit de vensterbank haal. Op dat moment bedenk ik de oplossing voor de dorstige planten.
Het is een paar dagen later en ik zit samen met mijn dochter bij de tafel. Onze eettafel ligt vol met allerlei kunstbloemen. Ik ga overstappen op kunstbloemen en wil graag een boeket samenstellen.
‘Mama, wat ga je doen?’
‘Ik ga een bloemstuk maken.’
Verbaasde ogen van dochterlief. ‘Ga je nu alweer een bloem stukmaken?’