Soms slaat de angst me om het hart. De afgelopen weken is er weer zo veel gebeurd op het wereldtoneel dat ik er van tijd tot tijd bang van word. Dat mijn gevoel van veiligheid soms ver te zoeken is. Ja, ik weet wel dat ik als christen niet hoef te vrezen voor de uiteindelijke afloop omdat die dankzij Gods genade ook in mijn voordeel zal uitpakken. Maar toch…
Dan kijk ik om me heen, naar mijn kinderen en kleinkinderen, en kan ik niet anders dan een zekere onrust en ongerustheid voelen voor hun toekomst. Mijn kinder- en tienertijd lijkt daarbij vergeleken nog mooier dan ze waarschijnlijk in werkelijkheid was. Ik groeide op in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw. Een tijd die ik ervoer als veilig, ongecompliceerd en overzichtelijk. Het waren de jaren van de wederopbouw. Er heerste een gevoel van opluchting en vertrouwen – ons land was weer een veilige plek om in te wonen.
We waren niet rijk, maar wel tevreden. We hadden genoeg te eten, al was het vergeleken met wat er tegenwoordig in de schappen van de supermarkten ligt eenvoudige kost. Ik kon veilig buiten spelen, zelfs in mijn eentje het bos ingaan dat in de buurt van mijn ouderlijk huis lag – iets wat ik mijn (klein)kinderen nu niet gauw zou laten doen. Mijn ouders wisten niet eens altijd waar ik precies was. Onvoorstelbaar in deze tijd van mobiele telefoons.
Mijn vertrouwen in de mensheid heeft een behoorlijke deuk opgelopen. Hoe erg ik het ook vind, ik voel me genoodzaakt om menig mens en situatie met het nodige wantrouwen tegemoet te treden tot het tegendeel bewezen is. Iets wat recht tegen mijn gevoel indruist. Ik moet tegenwoordig zelfs bij elke mail en elk telefoontje erop bedacht zijn dat iemand het mogelijk slecht met mij (en mijn geld) voor heeft.
Kortom, deze wereld is er in mijn beleving een heel stuk onprettiger en onveiliger op geworden de laatste jaren. Hoe ga ik daarmee om en hoe leer ik mijn (klein)kinderen om evengoed het leven met hoop en vertrouwen onder ogen te zien?
Hét antwoord heb ik niet, behalve dan dit ene: dat er maar één plek is waar jij en ik écht veilig zijn, zelfs als het ons lichamelijk, materieel, maatschappelijk of geestelijk niet voor de wind gaat: dicht bij God.
Nee, ik begrijp Hem en zijn manier van handelen lang niet altijd, maar ik heb geleerd dat Hij te vertrouwen is en dat mijn geest, ziel en lichaam uiteindelijk bij Hem in de beste handen zijn.
Veilig in Jezus’ armen, staat er op het graf van mijn moeder.
AMEN! Zo is het!