Het is halverwege november als ik samen met Johan in de wachtkamer bij de oncoloog zit. Afgelopen week is er een scan gemaakt en we zijn in afwachting van de uitslag. Ik kijk op mijn mobiel. 10:45. We kunnen elk moment opgeroepen worden. Ik voel dat mijn handen klam zijn. Wat zal de oncoloog me te vertellen hebben?
Nog geen 5 minuten later krijg ik te horen dat het niet goed is. Een uitslag waar we al bang voor waren: nieuwe uitzaaiing die een ruggenwervel in mijn rug heeft weggevaagd. Het beeld van aftakelen en een rolstoel schieten me voorbij. Deze gedachte wil ik niet hebben! Maar ik besef dat de agressieve kanker zich meester maakt in mijn lijf. Het leven glipt me tussen de vingers door. Ik probeer strohalmen vast te pakken. Het behandelplan dat opgesteld is zal me tijd van leven moeten geven. De behandelingen worden zwaarder en intensiever. Levensverlengend. Drie weken geleden ben ik 30 jaar geworden. Nu heb ik te horen gekregen dat het sprokkelen wordt om tijd op aarde te krijgen. Het ziet er somber uit. En als ik kijk naar de chemokuren die voor mij liggen, besef ik dat ik op een afglijdende helling sta. Hoe stijl de helling is? De tijd zal het uitwijzen.
De diagnose die bij mij gesteld is, is gebaseerd op menselijk denken. Uiteraard weten we allemaal niet hoe ons leven gaat lopen. Hoe vaak wordt er niet gezegd: zolang we tijd van leven krijgen. Men bedoelt dan de tijd die je op aarde leven mag. Hoelang je hier mag doorbrengen is voor velen een vraag. Zoals in Prediker staat: er is een tijd van leven en een tijd om te sterven. Sterven is het loslaten van het leven op aarde.
In ons aardse leven kunnen we twee wegen bewandelen. De weg van de Dood of de weg van het Leven. Welke weg je bewandelt is een kwestie van geloof. Waar je naar toe gaat als de tijd van leven op aarde ophoudt, dat is een kwestie van geloof. Wat geloof je? Is de weg die je bewandelen moet gemakkelijk? Als ik naar mijn eigen weg kijk vind ik van niet. Maar als christen krijg je tijd van Leven. Dat Leven begint al op aarde.