‘Ja, naar omstandigheden gaat het hier goed.’ Ik hoor het Johan zeggen aan de telefoon. Na een kwartier is het telefoongesprek afgelopen en komt hij de kamer binnenlopen. Ondertussen heb ik nagedacht over de zin die ik opgevangen heb.
Johan geeft een korte samenvatting van het gesprek en nogal fel zeg ik: ‘Naar omstandigheden, wat is dat eigenlijk? Hoe kan een ander nu weten wat de omstandigheden van ons zijn?’ Deze laatste zin komt niet zo vriendelijk uit mijn mond. Ik hoor het mezelf zeggen. Het was mijn mond al uit voor ik er over nadacht. Mijn pittige reactie verzorgd een discussie tussen ons, maar al snel zeg ik: ‘Sorry, Johan, ik had dit niet zo moeten zeggen.’
Je mond voorbijpraten. Ik heb dat wel eens. Soms kan je spreken meer schade aanrichten dan je lief is. Denk bijvoorbeeld aan niet vriendelijke woorden, een ander zwart maken, roddelen, leugens spreken en ga zo maar door. Het kan wel eens nare omstandigheden veroorzaken in een gesprek. De tekst uit Efeze 4 zegt: Zeg geen slechte, negatieve dingen over mensen. Maar zeg, als het nodig is, dingen die het geloof van anderen sterker maken. Zeg iets dat mensen goed doet (BGT).
Het is maar net hoe je je spreken gebruikt. We kunnen elkaar ook moed inspreken, bemoedigen, aanmoedigen. Het kunnen spreken heeft dus ook mooie kanten. Als je je bewust bent van de woorden die je spreekt, kun je je spreken ook gebruiken om en ander tot steun te zijn. Een woord op het juiste moment gesproken geeft een ander kracht. Het kan net het stukje goud zijn dat glinstert in het water. Op dat moment is spreken goud.
Sommige onderzoekers zeggen dat mannen minder spreken dan vrouwen. Onlangs zat ik bij mijn schoonouders aan tafel en keek ik in een krantje. Hierin stond een soortgelijk plaatje met als ondertitel: Ik weet niet zo veel van vogels, maar men zegt wel eens dat dit twee vrouwtjes en een mannetje zijn. Men kon wel eens gelijk hebben, maar of mannen echt beter kunnen luisteren, dat betwijfel ik ;-).
Communicatie, soms veroorzaakt het nare omstandigheden, maar toch ben ik blij dat we met elkaar kunnen communiceren en elkaar tot steun kunnen zijn.