“Het mes snijdt aan twee kanten.” Een tijdje terug plaatste ik een Facebookberichtje met deze opmerking. Ik realiseerde me ‘s morgens bij het opstaan weer eens dat het brood smeren voor de kinderen -wat ze natuurlijk allang zelluff kunnen- voor mij een goede stimulans is om mijn bed uit te komen. Het helpt mij om de dag te beginnen.
Het mes snijdt aan twee kanten: ‘zij blij, ik blij’, was daarbij mijn slotconclusie. Bij het plaatsen van dit berichtje op Facebook bleek dat ik niet de enige ben bij wie het zo gaat. Wat bij mij de vraag boven deed komen: wat als de kids de deur uit zijn? Kom ik dan nog mijn bed uit?
Begrijp me goed: ik heb genoeg redenen om mijn bed uit te komen. Het is ook niet zo, dat het zo donker is in mijn leven, dat ik mijn bed niet uit wil. God dank niet meer (nog elke ochtend word ik met een dankbaar hart wakker, dat het ergste zwart uit mijn leven is. Uit mijn hoofd, uit mijn hart). Toch blijf ik het lastig vinden om een goed dagritme te vinden. Ik word ‘nergens’ verwacht. Geen werkgever, geen collega, geen school waar ik de kinderen naar toe moet brengen…
Ik kruip ’ s morgens achter mijn pc om te schrijven, mijn mail te checken en soms eindeloos en vooral doelloos door Facebook te scrollen. In de weekenden of avonduren geef ik workshops of een cursus. Zo zit je week vol, te vol. Zo is je week leeg, te leeg. Alle bezigheden zijn nogal structuurloos. Geen vaste indeling van mijn agenda.
Wat natuurlijk ook een heleboel vrijheid betekent, wat ook weer heerlijk is. En hoeveel voldoening mijn activiteiten me ook geven, en hoe leuk en dankbaar werk ik het ook vind; ik mis wat. Ik mis een stok achter de deur. Nee, niet een deadline. Daar word ik alleen maar zenuwachtig van. Maar wel een vast tijdstip, collega’s om even van gedachten mee te wisselen… Ritme, structuur… Ik mis wat discipline en daar wil ik best wat vrijheid voor inleveren. Denk ik.