‘Maar Ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken.’
(Lucas 22:32a, NBV)
BIJBELGEDEELTE
‘Simon, Simon, weet dat Satan jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te mogen zeven. Maar Ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. En als jij eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken.’
(Lucas 22:31-32, NBV)
EEN STAPJE DICHTERBIJ
Heb jij geen zin om dit stukje te lezen? Vind je het wel best met het geloof? Vermijd je ‘geestelijke’ mensen en input? Weet je het allemaal niet zo zeker meer? Lees dan alsjeblieft toch even door! Ik wil je alleen maar vertellen dat Jezus voor jou bidt.
Alles ging zo anders, Simon Petrus’ droom lijkt in duigen te vallen. Duizend vragen dringen om voorrang. Teleurstelling in Jezus ligt op de loer. Jezus weet het. Daarom zegt Hij: ‘Simon, Simon, weet dat Satan jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te mogen zeven.’
Zo, dat is duidelijke taal. Jezus draait er niet omheen: Satan doet alles om jou weg te halen bij Mij. Om jou kapot te maken. Reken maar dat hij daar goed in is. Niet echt een bemoedigende boodschap van Jezus! Maar dan komt de gamechanger, de woorden van Jezus die alles anders maken: ‘Maar Ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken.’ Jezus Zélf bidt voor Simon Petrus dat hij het niet opgeeft. Hij bidt voor Simon Petrus, bij naam. Wat een kracht gaat daarvan uit!
Simon Petrus komt later inderdaad in de problemen. Als Jezus is opgepakt en iemand Simon Petrus herkent als Zijn discipel, raakt hij in paniek. Hij zegt dat hij niks met Jezus te maken heeft. De stand is 1-0 voor de satan.
Maar dan doet Simon Petrus het beste wat hij kan doen. Hij rent weg uit de situatie en huilt vanuit het diepst van zijn hart. Alle frustratie, vragen, twijfel, schaamte, gezichtsverlies, schuldgevoelens – hij gooit de hele boel eruit, aan Gods voeten. Ineens is de stand: 1-1.
Na de tranen sluit Simon Petrus zich niet af van de anderen, hij gaat toch weer naar hen toe. Wat een goede zet! Anders had hij niet zo snel van Jezus’ opstanding gehoord. Had hij Hem niet zo snel weer ontmoet. Dan was hij waarschijnlijk blijven hangen in verdriet en negativiteit. En moest hij een grotere drempel over om alsnog aan te sluiten bij de groep. Dat maakt het 1-2, ten nadele van de duivel.
Niet lang daarna vraagt Jezus aan Simon Petrus. ‘Simon, heb jij Mij lief? Houd jij van Mij?’ Met tranen in de ogen antwoordt Simon Petrus: ‘Heere, U weet alle dingen. U weet dat ik van U houd.’ Dat is genoeg voor Jezus. Hij weet inderdaad alle dingen. En geeft Simon Petrus een belangrijke opdracht: ‘Zorg voor je broeders en zusters. Versterk ze in Mij.’ Dat is 1-3!
Dus… heeft God Jezus’ gebed voor Simon verhoord? Wat denk je zelf? Lees maar in het boek Handelingen hoofdstuk 1, 2 en verder. Dat maakt het 1-4. De satan delft hier het onderspit! Moest Simon daar zelf ook nog wat voor doen? Jazeker! Zijn reactie op wat er gebeurde, was cruciaal. God hielp hem daarbij. En Simon moet zelf ook bidden. Jezus zegt twee keer ernstig: ‘Bid dat jullie niet in beproeving komen.’
Vandaag bidt Jezus voor jou. Dat jouw geloof niet ophoudt. En als je tot inkeer gekomen bent, versterk dan de broeders en zusters om jou heen.
GEBED
Heer Jezus, dank U wel dat U voor mij bidt! Dat U zegt (vul op de stippellijntjes je eigen naam in): ‘…, …, Ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. En als jij eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken.’ Zelf bid ik ook dat ik niet in verzoeking zal komen. Dat mijn geloof stand zal houden. Ik bid dat U mij helpt om mijn tranen bij U te huilen. Ik bid dat U mij helpt om mij niet af te zonderen van broeders en zusters. Wilt U ook door hen heen mij helpen en bemoedigen. Heer, U weet alles. U weet dat ik van U houd. Mag ik alstublieft tot zegen zijn voor anderen? Dat vraag ik in Jezus’ Naam, amen.