Op mijn werk werd een cursus aangeboden: Getting Things Done. Niet dat ik normaal niets gedaan krijg, maar deze cursusmeneer beloofde dat het allemaal nog beter en vooral efficiënter zou kunnen. Zijn uitgangspunt was: wanneer je goed overzicht hebt over al je afspraken en actiepunten, is je hoofd vrij voor andere – creatieve – dingen.
Nu ben ik nogal van het plannen, dus deze cursus was me op het lijf geschreven. Ik volgde de adviezen van de cursusmeneer op en hé, al die dingen die normaal gesproken in mijn hoofd rondzweefden, stonden nu netjes op een rijtje. Daardoor popten ze niet meer op de meest gekke momenten omhoog, om om aandacht te vragen wanneer dat niet gelegen kwam. Hallo, controlegevoel. Of ik nu meteen veel productiever ben geworden? Het voelt in ieder geval wel zo.
Ook thuis houd ik de touwtjes graag stevig in handen met strakke planningen. Op zaterdag maak ik first thing een eetplanning voor de hele daaropvolgende week. Voor ontbijt, lunch én avondeten. Op zondag nemen manlief en ik de week door en worden onze agenda’s gesynchroniseerd. In mijn bulletjournal houd ik per week een to-dolijstje en boodschappenlijstje bij; als er iets in me opkomt – pakjes die verstuurd moeten worden, cadeautjes die gekocht moeten worden, biebboeken die teruggebracht moeten worden – schrijf ik het daar meteen in op. Inderdaad, hetzelfde principe als die werkcursus: uit m’n hoofd, in m’n notitieboekje (of agenda, dat kan natuurlijk ook). Een soort extern geheugen dus.
De to do’s groepeer ik bewust per week en niet per dag. Anders is het zo demotiverend als ik die dag een telefoontje moest plegen en het niet gelukt is. Dingen die echt op die dag moeten gebeuren, noteer ik juist bij die dag zelf. Dan heb ik ook nog een tracker, waarin ik de dingen bijhoud die ik elke dag moet of wil doen, zoals mijn fysio-oefeningen en het lezen in mijn dagboek. O ja, en ik heb ook nog maand- en jaarplanningen…
Het klinkt misschien als veel werk, maar voor mij is het betere planwerk echt onmisbaar om de rust in mijn hoofd en in mijn leven te bewaren. Ik ren minder achter mezelf aan, omdat ik weet wat ik wanneer moet doen. Een blik op mijn planning is genoeg om thuis te komen met de juiste boodschappen, ’s ochtends de goede werkpapieren in mijn tas te stoppen en geen verjaardagen te vergeten. Dit geeft me een gevoel van rust en voorkomt het gevoel dat ik steeds iets vergeet, of eigenlijk iets anders had moeten doen.
Ik dacht dat ik alles op-en-top had gepland, maar nu blijkt dat ik toch nog iets vergeten ben. De laatste tijd kwam ik steeds vaker een nieuw geluid tegen: ontfocus! Relaxen dus. Soms moet je gewoon even helemaal nietsdoen, om te kunnen resetten. Minder focus, meer effect, is het boek wat hieraan ten grondslag ligt. Het idee is dat aanrommelen en nietsdoen juist heel goed voor je is en op lange termijn veel positieve effecten heeft.
Ik plan dus voortaan niet alleen al m’n taken, maar ook mijn relaxmomenten. En dan probeer ik om dan níét stiekem de was op te vouwen. Beloofd.