Het is rustig bij de Turkse groenteman in het winkelcentrum in de buurt, de dag na de aanslag in de tram in Utrecht. Terwijl ik mijn groenten in een tas doe, werpt het meisje achter de kassa een blik naar buiten. ‘Wat een triest weer vandaag, hè,’ merkt ze op. ‘Het past wel bij die gebeurtenissen van gisteren. Maar toen scheen de zon. Gek is dat…’
Inderdaad, het viel mij die dag ook op, dat het stralend weer was en dat de narcissen stonden te bloeien alsof er niets aan de hand was in onze stad. Maar de dader woonde in onze wijk.
‘Iemand heeft gezegd dat hij “Allahoe Akhbar” riep, maar dat is helemaal niet waar,’ weet ze zeker. Ik weet niet hoe ze dat kan weten als ze er niet bij was, maar ik begrijp wel waarom ze het zegt.
‘Het lijkt me niet fijn als je moslim bent en mensen betrekken zo’n situatie op alle moslims.’
‘Nee… En gisteren stonden er opeens mensen van de krant bij mijn ouders aan de deur,’ vertelt ze. ‘Wij hebben dezelfde achternaam als degene die is opgepakt. Maar we zijn geen familie van hem; we kennen hem niet.’
Haar moeder begreep meteen waarom de pers aanklopte, maar kon hen niet te woord staan, ze beheerst het Nederlands onvoldoende. Maar gelukkig kwam haar vader korte tijd later thuis. Hij maakte hen duidelijk dat ze de dader niet kenden. ‘En als we wel familie zouden zijn, zou ik dat gewoon zeggen, maar dan zou ik jullie niets over hem vertellen, want wij hebben hier niets mee te maken,’ had hij gezegd. Uiteindelijk waren ze maar weggegaan.
Alles draait door in de stad zoals voorheen. Maar sommige dingen worden subtiel anders. Waarom zou een Turks meisje een mogelijk terroristisch motief ontkennen tegenover een klant die nergens naar vroeg? Omdat het gaat om haar geloof waar een smet op valt als het wél zo zou zijn, en omdat ik háár er misschien wel op aankijk als een volks- en geloofsgenoot het vuur opent in een tram?
Sommige mensen doen dat ook: uithalen naar moslims in het algemeen, bang worden, afstand nemen. Daar wordt de situatie niet beter van. Dat is wat terrorisme met mensen doet als we angst de kans geven: het brengt verdeeldheid, speelt groepen tegen elkaar uit die in vrede zouden kunnen samenleven als de liefde het zou winnen van de angst.
Ik geloof dat we met elkaar in vrede kunnen leven als we allemaal op onze eigen plek de verbinding aangaan met elkaar. Als ik de buren liefheb, zal het moeilijker zijn voor de buren om mij in een hokje te plaatsen. Menselijk contact doorbreekt vooroordelen. De buurman van wie ik vermoed dat hij fundamentalistische opvattingen heeft, zal misschien minder snel tot dergelijke daden komen als ik hem ondanks zijn ontoegankelijke houding altijd begroet. En zou iemand dat toch doen en zou het ons treffen, dan gaan wij naar Huis.
Wij hoeven niet bang te zijn voor mensen die slechts ons lichaam kunnen doden; Jezus heeft het Zelf gezegd. We mogen vrij van angst leven. Dus laten we het idee loslaten dat al onze moslimlandgenoten potentiële vijanden zijn en degenen die dat wel zijn grenzeloos liefhebben.