#WorldWarIII. Die hashtag was de dagen na de dood van Soleimani trending topic op Twitter. En in mijn hoofd. Om de een of andere reden moest ik er voortdurend aan denken; alsof iets wilde voorkomen dat ik daarmee stopte. Want hoe hard ik ook mijn best deed om dat juist niet te doen, ik kreeg de mogelijkheid van een derde wereldoorlog – en alles wat daarmee te maken heeft – niet uit mijn gedachten. En alsof dat nog niet genoeg was, kondigde meteen ook maar mijn grootste vijand zich aan: mijn angst.
Helemaal onaangekondigd was het niet. Hij sluipt altijd om me heen. Maar nu sloeg hij toe. En hij bracht het inmiddels vertrouwde, maar zo onwelkome rommelende gevoel vanbinnen weer met zich mee. Samen met een heel bataljon aan onzekerheden, die eigenlijk stuk voor stuk neerkwamen op de vraag wat morgen zou brengen als er daadwerkelijk een derde wereldoorlog uitbreekt. Hoe het dan verder moet. Met de wereld. Met mij. Want als ik nu al zo bang word van het vooruitzicht ervan, hoe moet dat dan als het echt gebeurt? Hoe ga ik dat ooit overleven?
Ik wilde er niet over nadenken. Maar ik deed het toch; het ging als vanzelf. En niet alleen over die vragen, maar ook over de doemscenario’s die mijn eigen voorstellingsvermogen produceerde op grond daarvan en op dat van alles wat ik las in de media. Zoals dat interview met Ingo Piepers, waarin hij (volgens hem op basis van een wetenschappelijke analyse) voorspelt dat de volgende wereldoorlog begint in 2020. En dat die zo’n zestien à zeventien jaar zal duren. Dat het waarschijnlijk een cyberoorlog wordt (wat, als ik hem moet geloven, veel erger is dan het klinkt). En dat het gebruik van kernwapens niet uit te sluiten is.
Om gek van te worden was het. Van die alsmaar doordraaiende gedachtemolen. En ik werd ook gek van mezelf, omdat ik hem niet leek te kunnen stoppen; het lukte me zelfs niet om er op zijn minst een poosje uit te stappen. En dat is nog niet echt gelukt. De angst is er dus nog steeds en eerlijk gezegd schaam ik me daarvoor. Ik ben graag sterk en dapper, en wil dat de buitenwereld me ook zo ziet. Wat de reden is waarom ik in het bijzijn van anderen vaak doe alsof de angst er niet is en er vrijwel niet over spreek.
Alleen ben ik niet zo sterk en dapper. Niet altijd tenminste. Ik worstel veel met angst (en alle depressieve gedachten die daarbij om de hoek komen kijken). Maar waar ik dacht dat ik de enige daarin ben, ontdekte ik laatst, toen ik er een keer wél iets over deelde, dat dat niet zo is. En dat ik zelfs niet een van de weinigen ben. Er waren veel vrouwen die zich herkenden in wat ik schreef; ze gaven aan dat ook zij (van tijd tot tijd) worstelen met angst of in elk geval weleens bang zijn. En dat raakte iets diep binnen in mij.
Dus ik dacht na. Over wat ik kon doen. Iets wat anderen en mij kan helpen om te leven met angst (want ik denk niet dat de angst ooit helemaal zal verdwijnen hier op aarde). En uiteindelijk kwam ik – misschien niet heel verrassend – niet uit bij een of andere cursus of therapie, maar bij de Bijbel. Want daarin staan beloftes en zekerheden die je kunnen helpen als je bang bent – waarvoor of waarom dan ook. Die je vertrouwen en kracht kunnen geven. Dat had ik ergens wel geweten, maar het was alsof ik het herontdekte en wat ik niet eerder had beseft, was hoeveel van dat soort Bijbelteksten er zijn. Al die keren dat God (of Jezus) zegt dat je niet bang hoeft te zijn. Zijn beloftes van nabijheid. De verzen over Zijn kracht en hulp …
Eén groot antidepressiva, zou je kunnen zeggen. En zoals je daarvan meestal dagelijks iets inneemt, nam ik me voor om de komende tijd elke dag een Bijbeltekst waarin zo’n bemoedigende belofte of zekerheid staat ‘in te nemen’. Om te beginnen heb ik een voorraad van honderd stuks verzameld en ik ga ze delen. In de hoop dat jij, als je ze gaat lezen, eraan herinnerd wordt dat God groter is dan de angst(en) binnen in je en dat Hij altijd en overal bij je is. En dat je met die waarheid in je hart, ondanks dat je bang bent, kunt volhouden!
PS Wil je die Bijbelteksten ook ontvangen? Volg mij dan op Facebook of Instagram. Daar deel ik er de komende tijd steeds een.