‘Kleipotje, kleipotje!’ roepen mijn kinderen als ze bij mij in de auto zitten. Al sinds jaar en dag zit dezelfde cd van Elly & Rikkert in de cd-speler, en met ‘kleipotje’ bedoelen ze het liedje van de pottenbakker. Want klei en kneden dat kennen ze wel.
Zoals klei in de hand van de pottenbakker, zo ben ik in Uw hand, o Heer. Kneed mij Heere God, ook als het soms wel eens pijn doet, zingen ze hard. Aangezien het voor mij verboden is om de kinderliedjes mee te zingen in de auto, neurie ik het liedje mee. Kneed mij Heere God, Uw weet precies hoe ik zijn moet.
U weet precies hoe ik zijn moet. Het is voor mij de spijker op zijn kop, want ik worstel met mezelf en mijn leven. ‘Ik heb een vervroegde midlifecrisis!’ riep ik pas al quasiwanhopig uit – of met een mooier woord: dertigersdilemma. En eigenlijk wil ik het niet zeggen, want ik heb alles wat mijn hartje begeerd. Maar nu ik straks twee kinderen op school heb, dringen de vragen zich aan me op.
Wat wil ik met werk? Een opleiding? Met gezin?
En met al die vragen en opties die openliggen, is het wel lastig om te zeggen: U weet hoe ik zijn moet. Vooral als blijkt dat bepaalde deuren dicht blijven. Want ten diepste had ik zelf ook nog wel een aantal opties open over hoe ik zijn moet, en heel ontevreden was ik daar niet over.
Ik ben een stuk klei dat maar wat graag zelf de pottenbakker wil zijn. En wees eens eerlijk, wie heeft daar geen last van? Maar wat zou een pottenbakker doen met een stuk klei dat niet lijkt mee te werken? Een stuk klei waar de vorm maar niet in wil komen?
Het liedje komt tot een eind. En met een bijna onmerkbaar hoofdschudden probeer ik de muizenissen te verdrijven. Een nieuw Elly & Rikkert-liedje zet in en ongemerkt neurie ik weer mee.
Zend ook mij in de wereld…