Als er geen droomprins náást je in bed ligt, dan hang je er gewoon een bóven je bed, besloot ik ooit op een troosteloze avond. Met als resultaat dat er diezelfde week nog een roodharige spetter met een aantrekkelijk baardje, de allermooiste lach en prachtige blauwe ogen aan de muur boven het hoofdeinde van mijn bed prijkte. In de jaren daarna heb ik avond aan avond naar hem liggen staren, terwijl ik fantaseerde over onze dates, een romantisch huwelijksaanzoek, zijn heerlijke kussen, en nog veel meer. Tot gisteren.
Die spetter was namelijk niemand minder dan prins Harry en tja, hij gaat trouwen, en – snif, snotter, snik – niet met mij. Dat wist ik natuurlijk al langer, maar mijn stapelverliefde hart wilde het niet geloven en dus klampte ik me vast aan een laatste sprankje hoop dat hij het licht zou zien en zijn aanstaande aan de kant zou zetten, om vervolgens mij dat romantische huwelijksaanzoek uit mijn fantasieën te doen. En om die hoop levendig te houden, bleef zijn hoofd onveranderlijk boven mijn bed hangen.
Maar gisteren duurde het nog precies een maand en een dag tot de grote vreselijke dag waarop de bruiloft zal plaatsvinden, aanbreekt en kon ik er niet meer omheen: ik moest prins Harry – en alle dromen over een koninklijk leven, zijn heerlijke zoenen en onze romantische dates – rigoureus uit mijn leven bannen. Inclusief zijn foto boven mijn bed (en de zo’n twintig andere op plaatsen die ik maar even buiten beschouwing laat, voor het geval je nog zou gaan denken dat ik zo’n dweperige aanbidster ben).
Dus sjorde ik de huishoudtrap naar boven, schoof mijn bed opzij en begon voorzichtig te peuteren aan een van de talloze plakbandjes die Harry al die tijd op zijn plek hadden gehouden. (En hadden voorkomen dat hij letterlijk bij me in bed dook. Dat zou ongehoord zijn; we waren per slot van rekening nog niet getrouwd.) Langzaam maar zeker kwam hij los van de muur en na een halfuur lag Harry in duizend snippers in de prullenbak (als je iemand uit je leven bant, moet je het ook meteen goed doen) en was de muur weer zoals hij ooit was: wit, kaal, lelijk en zó fantasieloos.
Oftewel: absoluut geen optie. Er moest en zou iets nieuws boven mijn bed komen te hangen; de vraag was alleen wát dan precies. Een nieuwe droomprins om bij weg te zwijmelen? Een foto van een of ander subtropisch oord, waar sneeuwkoorts niet voorkomt? Een reusachtige slagroomtaart? Hoe langer ik erover nadacht, hoe minder ik het wist en ten slotte besliste ik dat ik me daar later nog wel over zou buigen. Eerst zou ik naar beneden gaan en mijn liefdesverdriet gaan verhelpen met wat troostvoer.
Maar zodra ik de laatste trede van de trap af stapte en mijn blik op de deurmat viel, was ik mijn voornemen vergeten, want wat lag daar? Een pakketje. En niet zomaar een, ontdekte ik, zodra ik het openmaakte, maar een met daarin het enige echte Sestra posterboek. Nieuwsgierig als ik ben, bladerde ik het meteen door en ik zag alleen maar posters. Sommige met een leuk patroontje, enkele met een mooie foto, weer andere met een vrolijk versje of inspirerende quote, zoals: The happiest people don’t have the best of everything, they just make the best of everything they have.
En zodra ik die laatste las, wist ik wat ik moest doen: ik zou die poster – samen met alle andere – uit het boek knippen en boven mijn bed hangen. Als een geheugensteuntje om mezelf hieraan te herinneren: prins Harry zou dan nooit de mijne zijn, maar ik zou het beste maken van alles wat ik wél heb én gelukkig zijn.
Sestra posterboek is een prachtig fullcolourposterboek met dertig inspiratieposters in verschillende stijlen, met quotes, fotobeelden en patroontjes en acht vrolijke wenskaarten. De posters komen deels uit de Sestra-magazines Zomer en Thuis van de afgelopen jaren en zijn deels nieuw ontworpen. De posters kunnen gemakkelijk worden uitgeknipt en opgehangen.