Na een hete zomer rollen we langzaam weer richting de herfst: kortere dagen, vaker de jas aan, kastanjes en vallende blaadjes. In de winkels slaan ze volgens mij de herfst een beetje over: je ontkomt niet meer aan de torenhoge stellingen met pepernoten, chocoladeletters en zelfs adventskalenders.
Wat ik in de winkels ook zie en wat wél volgens de traditie typisch bij de herfst hoort, zijn pompoenen. Alleen zijn de meeste dan niet om te eten, maar uitgehold en met een niet al te vriendelijk gezicht eruit gesneden. Daarnaast liggen heksenverkleedkleren en nare maskers. Allemaal voor 31 oktober: Halloween.
Het is een fenomeen dat de laatste jaren steeds meer oprukt – niet alleen in Amerika, waar het al langer een veel gevierd ‘feest’ is, maar ook in onze lage landen. Lang leve de commercie! Het verkoopt, dus wordt het een steeds belangrijker item voor winkeliers. En dus ook weer voor de consument, zo werkt dat.
Men bedenkt er steeds meer bij: van Fright Nights in Walibi en speciale griezelvoorleesmiddagen in de bieb, tot horrorfilms en lugubere clowns met kettingzagen die een menigte mensen angst aanjagen. (Oké, dat laatste is redelijk uitzonderlijk, geloof ik. Maar toch, het gebeurt.) Het moet leuk zijn, maar dat is het eigenlijk niet, en dáárom is het juist leuk: lekker griezelen, terwijl je weet dat je niets kan overkomen. Of wel?
Dat is nu de vraag die me bezighoudt, want achter al dat gespeelde gegriezel moet wel meer zitten. Kinderen die niet kunnen slapen van de nare beelden die ze rond Halloween op tv zien, of die in hun hoofd aan de haal gaan met een griezelverhaal, dat kan toch niet de bedoeling zijn? Volwassenen die zo ver gaan dat ze elkaar zogenaamd met akelig geschminkte gezichten, messen en kettingzagen te lijf gaan, moet ik dat leuk vinden? Dat is toch tegennatuurlijk? Daar is een mens toch niet voor bedoeld?
Waarom moet ik in het echte leven iemand met een mes voor m’n neus wél vrezen, en troosten we onze kinderen als ze iets naars hebben gezien of meegemaakt, maar rond 31 oktober niet? Een mens heeft een ingebouwd systeem om veiligheid op te zoeken, om zich veilig te willen voelen. Dan ga je toch niet spelen met een gevoel van angst? Zeker met kinderen niet?
Bovendien krijgt het ‘feest’ een steeds meer geestelijk tintje, lijkt het wel, om even extra te benadrukken dat er meer is tussen hemel en aarde. Dat wist ik al, alleen dit stukje ‘tussen hemel en aarde’ is nu net niet waar we ons mee bezig moeten houden. God roept ons op om ons te richten op wat waar, wat waardig, zuiver en eervol is (Filippenzen 4:8). Ik vind elkaar expres bang maken met bloederige gezichten en kettingzagen niet heel waardig of eervol.
Blijkbaar trekt dat geestelijke at schuilgaat achter al dat nepbloed. De vraag is of ik me als christen daarin moet laten meeslepen. Mij trekt het helemáál niet, maar menig ander christen misschien wel. Hoe zit dat, gewoon maar laten gaan? Of misschien toch maar eens over in gesprek gaan …
Tekst: © Suzanna van Berkel
Ark Mission gelooft dat het verhaal van de Bijbel hét verhaal van liefde, hoop, en vergeving is. Geïnspireerd door Matteüs 25 vertelt Ark Mission dit verhaal aan mensen in moeilijke situaties. Met het verhaal van de Bijbel wil Ark Mission licht brengen waar het donker is. Daarom wil zij ook het thema Halloween bespreekbaar maken en hier vanaf 2019 materialen bij ontwikkelen voor scholen, kerken en gezinnen. Kijk hier voor meer informatie.