Mike zit echt in de nesten. Hij dreigt zijn gezin te verliezen. Twee weken geleden heeft hij zijn vrouw in bijzijn van de kinderen geslagen. Het was niet de eerste keer, maar dit was de druppel: zij wil bij hem weg…
Praat alsjeblieft met haar, appt Mike me. Ik ga kapot van de pijn.
Ik spreek haar vanmiddag, app ik terug, want ik heb al contact met haar gehad. Zij heeft me verteld wat er is gebeurd. Maar Ralf en ik willen jou ook graag spreken, laat ik hem weten. Hij belooft langs te komen, en ’s avonds zit hij bij ons op de bank. Het lijkt simpel: hij is de dader; eigen schuld als zijn vrouw bij hem weggaat! Je vrouw slaan, dat doe je toch niet?
Maar we luisteren eerst en hij vertelt. ‘Ik wil dat niet! Het gaat nooit meer gebeuren!’
‘Ik geloof dat je dat meent, maar hoe ga je daar dan voor zorgen?’ wil ik weten.
Hij weet het niet. Wij geloven niet dat hij nu zomaar verandert en dat vertellen we hem ook. Dit probleem is zo oud als hun relatie en hoewel het een tijdlang goed gegaan is, heeft hij zichzelf blijkbaar niet blijvend in de hand.
Ik vraag waar die boosheid vandaan komt. Hij weet het niet, maar als ik naar zijn jeugd vraag, is de kurk van de fles. Mike vertelt dat zijn vader zijn moeder op de grond sloeg en dan maar bleef trappen. De kleine Mike ging dan tussen papa’s schoppende voeten en mama in zitten om de klappen op te vangen. Maar hij kon niet voorkomen dat zijn moeder hierdoor invalide werd.
In Mikes tienerjaren probeerde zijn vader hem in dronken buien te doden met een hooivork en te overrijden met de auto, net zo lang totdat Mike op zijn zeventiende een honkbalknuppel pakte en terugsloeg. Hij weet niet hoe vaak hij en zijn pa gevochten hebben op leven en dood. Buren belden dan de politie; daardoor hebben ze het allebei overleefd.
Mike leerde maar één manier om om te gaan met emoties: blinde woede. Jaren geleden heeft hij meerdere malen vastgezeten voor geweldsdelicten. Uiteindelijk koos hij voor zijn gezinnetje. Hij volgde therapie en jarenlang beperkte de woede zich tot een dreigende onderstroom in huis; er sneuvelden hooguit wat spullen. Maar de laatste tijd waren er te veel situaties waarin hij zich machteloos voelde: ziekte, spanningen in hun vriendenkring. Die oude woede nam weer de overhand. Mike weet dat meer therapie dat niet blijvend oplost; zijn probleem om om te gaan met zijn gevoelens zit veel dieper dan hij in therapie ooit gekomen is.
Wij vertellen dat God hem wél diep vanbinnen kan bevrijden en genezen. We mogen bidden en brengen hem in Gods aanwezigheid. Daar is zo veel liefde, dat het pantser om zijn hart afbrokkelt. Mike begint te snikken. Ralf en ik houden hem vast en we blijven bidden. Mike huilt en huilt. Ik zet muziek aan. Nog voordat jij bestond, kende Hij je naam. Hij zag je elk moment en telde elke traan.
Mike schokt van het snikken. Wel drie kwartier lang stroomt al die oude pijn naar buiten. Dan wordt hij langzaam rustiger. Nog natrillend zit hij tussen ons in. Ik schenk koffie in en we nemen even de tijd om van alle emoties te bekomen.
Dan maken afspraken: vanavond was een goed begin, maar dit is zoiets groots; dat is niet in één avond klaar. We willen hem de komende tijd graag regelmatig blijven zien. Mike zal zijn vrouw vrij moeten laten in haar keuze, hoe heftig dat ook voor hem is. We willen hem helpen om daar goed mee om te gaan. Nu Mike zich aan God overgeeft, kan Zijn kracht genezend gaan werken in zijn huwelijk en gezin, en wie weet wat er dan nog mogelijk is in de toekomst…
Tekst cursieve liedregel:© Kom tot de Vader (Opwekking 599)