Het containerschip is de druppel die de emmer doet overlopen. Al dat plastic op de stranden waar we deze zomer nog zo van genoten. Al dat verpakkingsmateriaal, dat wordt opgegeten door de vissen. Na talloze nieuwsberichten, documentaires en boeken over de plastic soup, wist ik het natuurlijk al lang. Dit kan zo niet doorgaan.
In de kerstvakantie ben ik bij het oertijdmuseum, op dezelfde dag dat het nieuws over de containers ons bereikt. We bekijken een simpel hutje met mooie, duurzame, zelfgemaakte gebruiksvoorwerpen. Ik droom van een wereld waarin iedereen eten koopt bij lokale boeren. Een wereld waarin kleding en speelgoed zelf gemaakt worden en lang bruikbaar blijven. Een wereld waarin verpakkingsmateriaal niet bestaat.
Dit wordt mijn doel voor 2019: de hoeveelheid afval die we weggooien, drastisch reduceren. Maar zover is het nog niet. Voorlopig kom ik nog elke week bij een supermarkt waar werkelijk alles in plastic verpakt zit. Hoe gaat dit me ooit lukken? In de komende blogs beschrijf ik mijn zoektocht naar een leven met minder afval.
In de startweek doe ik een nulmeting en bepaal ik mijn doelen en uitgangspunten.
Week 1: afval opschrijven
Om zicht te krijgen op wat we allemaal weggooien, begin ik met een week lang alles opschrijven wat er weggegooid wordt. Dat is best confronterend. Vooral rond etenstijd gaat er veel de prullenbak in: verpakkingen van groente (allemaal in plastic), vlees, blikken van tomaten en bonen. Ook gaat er bijna iedere ochtend een leeg pak yoghurt weg. Verder iedere week een pedaalemmerzakje luiers en natuurlijk de nodige shampoo-, afwasmiddel- en allesreinigerflessen. Genoeg ruimte voor verbetering dus.
Week 1: doelen stellen
Ik besluit me als eerste te focussen op het restafval, de prullenbak dus. Dat is de plek waar al het plastic terechtkomt (wordt bij ons helaas niet apart ingezameld) en daar is dus de meeste winst te behalen. Papier en groenafval is beter te recyclen, vermoed ik. Bovendien gaan we per 1 januari betalen per kilo restafval, dus dat vormt een extra motivatie.
Ik ontdek dat we elke vijf á zes dagen een volle vuilniszak weggegooien en per week nog ongeveer twee pedaalemmerzakjes. Als we dat kunnen verminderen naar elke twee weken een volle vuilniszak (waar al het afval in zit), zou dat al heel mooi zijn. En minder is natuurlijk nog beter. Wie weet hoe ver we komen!
Week 1: uitgangspunten
Tijd om eens wat beter te bekijken waar ik eigenlijk aan begin. Ik lees wat blogs en schrik: het lijkt alsof deze ‘no waste’-fanatiekelingen de hele dag boodschappen aan het doen zijn en zelf van alles aan het maken zijn. Ik begrijp dat ik niet ver kom met een wekelijks rondje supermarkt en dat ik naar andere plekken zal moeten. Maar ik heb geen tijd om de hele zaterdag van boer naar boer te fietsen of zelf zeep te maken.
- Uitgangspunt 1: Deze manier van leven moet praktisch haalbaar zijn in een druk gezin met werkende ouders en drie actieve kids.
- Uitgangspunt 2: We blijven zo veel mogelijk biologisch eten, want dat deden we al.
- Uitgangspunt 3: Het mag best wat meer kosten. Ik lees ergens dat je geld moet uitgeven aan wat je belangrijk vindt. En ik vind dit belangrijk.
- Uitgangspunt 4: Als er meer mensen meedoen, wordt het effectiever. Ik kan in mijn uppie wel heel goed bezig zijn, maar het uiteindelijke doel is natuurlijk dat er minder plastic wordt geproduceerd. En dan moeten veel mensen hier bewust mee bezig zijn. Ik ga dus zoeken naar manieren om mijn omgeving te mobiliseren én ik ga mijn favoriete supermarkt eens wat lastige vragen stellen.
Vanaf volgende week ga ik echt van start! Ik doe hier elke week verslag van mijn vorderingen. Stay tuned dus!