Het moederschap roept wisselende emoties op en je verzandt al snel in discussies over de balans tussen werk en privé, uiterlijke normen, het bijhouden van je sociale leven en de ‘opvoeding’ van je baby. Veel meningen en weinig ruimte om naar de ander te luisteren. En als het gaat over je kind en hoe je het als kersverse moeder ‘doet’, dan voel je je direct aangesproken.
Zo ook bij mij. Het krijgen van mijn eerste kind veroorzaakte een aardverschuiving in mijn leven. Mijn lichaam veranderde tijdens de zwangerschap, de bevalling was een intense ervaring en daarna moest ik wennen aan het kleine jongetje dat dag en nacht om mijn aandacht vroeg. Het eerste jaar was energieverslindend.
Toch heb ik nooit geweten dat ik zo veel van mijn kind zou kunnen houden en zo veel voor hem over zou hebben; dat mijn energie tomeloos is wanneer het om hem gaat en dat ik mezelf zonder na te denken opzijzet en verwaarloos. Met alle gevolgen van dien … Maar ondanks dat waren mijn man en ik euforisch over het wonder dat ons was overkomen. Een kindje van ons eigen vlees en bloed. Een mooie zoon waar we intens veel van hielden en genoten.
De wisselende emoties en alle praktische veranderingen bezorgden ons het meest intensieve jaar van ons leven. Deze periode heeft mij inzichten gegeven waarvan ik voor altijd profijt zal hebben. En het gaf me inspiratie voor het schrijven van een nieuw boek: een realistisch verhaal over het krijgen van je eerste kindje, bestemd voor kersverse moeders en vrouwen met een kinderwens.
Ik was nieuwsgierig naar de ervaringen van andere vrouwen. Hebben zij het net zo zwaar gehad? Af en toe sprak ik jonge moeders. Schoorvoetend vertelden ze mij over hun onzekerheden. Tegelijkertijd zag ik de glans in hun ogen wanneer ze over hun kind vertelden. Tientallen moeders zijn aan de uitdaging begonnen: ze gaven antwoord op mijn honderd vragen over het krijgen van hun eerste kind, hun seksleven en carrière.
Toen ik de antwoorden doorlas, leek het of ik een plons koud water in mijn gezicht kreeg. Hun verhalen verrasten me. De ene moeder had een probleemloze zwangerschap achter de rug, maar
een vreselijke bevalling. De ander strompelde negen maanden kreunend rond, maar poepte het kind er in een paar uur uit. Waar de een tijdens de kraamweken van verwennerij en aandacht genoot, wist een ander niet hoe snel ze familie en vrienden eruit moest bonjouren.
Ik hoopte bevestiging te krijgen, doordat andere moeders zouden zeggen: ‘Joh, ik herken precies wat je hebt doorgemaakt, heftig hoor!’ Maar de realiteit is ontnuchterend. Geen enkele ervaring is met elkaar te vergelijken. Geen enkele moeder en geen enkel kind is hetzelfde. Dat is een cliché, en niet voor niets.
Na de geboorte van mijn eerste kind kijk ik met meer trots in de spiegel. Mijn respect voor andere moeders (en vaders) is gegroeid. Het krijgen van je eerste kind is de ideale cursus ‘persoonlijke ontwikkeling’. In een rap tempo word je geconfronteerd met je kracht en onvermogen, je angsten en verwachtingen. Een ontwikkeling die ieder op zijn eigen manier doormaakt.
Mijn conclusie is dat elke moeder haar eigen koers mag varen, los van andermans opvattingen. Dat lijkt logisch, maar daar zijn wij vrouwen niet zo goed in. Als ik íets van alle moeders in dit boek heb geleerd, is het dat geen enkele moeder, geen enkel kind en gezin hetzelfde is. Elk uniek gezin geeft meerwaarde aan het onderlinge contact dat we hebben.
Tekst: © Mama’s eerste stapjes (Esther Kaper)
In Mama’s eerste stapjes gaat Esther Kaper in op het eerste jaar van het moederschap. Ze behandelt de thema’s die in de verhalen van de moeders die ze interviewde naar voren kwamen, zoals omgaan met het huilen van je baby, de balans tussen werk en privé en het ‘onderhouden’ van je geloofsleven. Ook duikt ze even in de geschiedenis om te ontdekken hoe onze (groot)moeders leefden. Een must have voor alle kersverse moeders!