Ze zeggen dat het makkelijker wordt – ‘Oh, heb jij ze al bijna alle twee op school? Echt, dan wordt het allemaal zo makkelijk!’ – en ik moet toegeven, sommige dingen worden inderdaad makkelijker.
Al een paar maanden ben ik van de luiers af, en dat is echt heerlijk – en makkelijk. Boterhammen smeren gaan ze steeds meer zelf doen, en als ik zeg ‘Eerst aankleden’, trekt mijn oudste dochter keurig netjes zelf haar kleren aan. Ze kunnen zelf lopen – oké, dat willen ze niet altijd, maar toch… – en die tas vol met extra kleren, ondergoed, koekjes en flesjes heb ik ook al een hele tijd niet meer nodig.
Makkelijk!
Maar zo rozengeur en maneschijn is het ook weer niet. Want ze zeggen ook wel: kleine kinderen, kleine problemen, grote kinderen, grote problemen. Toegegeven, nu zijn mijn kinderen ook weer niet zo groot, maar er komen wel steeds meer kinderverdrietjes, die soms verdacht veel lijken op grotemensenverdrietjes.
Want wat moet je doen als je op je dochters gezicht de ene emotie na de andere ziet verschijnen als een vriendinnetje besluit met een ander meisje te spelen? Wat moet je doen als ze zelf besluiten dat ze echt niet meer naar zwemles willen en ze voor geen rede vatbaar zijn? Wat moet je doen als ze tegen je liegen? Wat moet je doen als ze niet met een vriendje kunnen delen? Wat moet je doen als ze in hun boosheid tegen hun eigen hoofd slaan? Wat moet je doen als ze stampvoeten? Wat moet je doen als ze soms van frustratie huilen en je zelf ook het liefst in huilen wil uitbarsten, omdat je je zo goed kan voorstellen hoe een kinderverdrietje aanvoelt?
Makkelijker, nee, sommige dingen echt niet.
Maar één ding wordt wel makkelijker. Delen. Je problemen delen. Delen met andere moeders, delen met vriendinnen. ‘Hoe doe jij dat nou?’ ‘Hoe gaat dat bij jou?’ Even een bakkie koffie, even spuien bij het schoolplein.
Echt waar, in dit geval is gedeelde smart, halve smart – en dat maakt het leven dan weer een stuk… makkelijker.