Het is jammer. Spelen jongens op de peuterspeelzaal en in groep 1 en 2 nog zo gezellig met meisjes, vanaf een jaar of 7 is dat vaak over. Waarom?
Jongens die met meisjes spelen, lopen het gevaar om daarmee buiten de groep te vallen. Jongens beginnen in een aparte groep te spelen. Het hoort helemaal bij de ontwikkeling. Jongens spiegelen zich aan elkaar. Ze leren van elkaar hoe ze zich moeten gedragen, hoe ze man moeten zijn.
Niet dat de meisjes helemaal uit beeld verdwijnen. Op school werken jongens en meisjes met veel plezier met elkaar samen. En als de hormonen beginnen te werken, zijn meisjes weer heel interessant – maar dat maakt het juist extra lastig om met ze om te gaan. Je kunt beter een beetje stoer en onverschillig doen dan dat je laat merken hoe leuk je een meisje vindt. Alles beter dan dat je vrienden erachter komen en je uitlachen. Pas op de middelbare school komt dat langzaam weer een beetje in evenwicht, en kun je als jongen óók bevriend zijn met een meisje.
Terwijl meisjes uren kunnen kletsen en gezellig samen kunnen knutselen, houden jongens vaak meer van actie: stoeien, voetballen, klimmen, bouwen, rennen, onderzoeken, experimenteren. Ze dagen elkaar uit, willen de beste zijn, cool gevonden worden. Competitie is belangrijk in jongensvriendschappen. Wie durft er van dat heuveltje af te skaten? Wie durft de bal tegen het wc-raampje te schoppen? Als eerste op het ijs te staan? Een vuurtje te stoken?
Jongens hebben minder dan meisjes de behoefte aan één bff (best friend forever) met wie ze alles kunnen delen. Ze hebben verschillende vriendengroepen. In de klas, op voetbal, in de kerk, op straat.
Meisjes kunnen gemene dingen tegen elkaar zeggen. Of over elkaar. Ruzies kunnen dagen, weken duren en ondergronds voortwoekeren. Jongens uiten hun ergernis of boosheid over het algemeen duidelijker. Ze vallen uit, geven een duw, een klap. Er is even ruzie, maar daarna is de lucht geklaard en is het weer over. Ze zijn weer vrienden alsof er nooit iets gebeurd is.
Dat is ook voor moeders handig om rekening mee te houden. Neem de boze woorden van je zoon aan jouw adres niet te zwaar op. Jongens – vooral pubers – hebben het soms nodig om even af te reageren. Je zoon heeft niet als doel jou te kwetsen. Hij moet zijn boosheid of frustratie kwijt. Zie het als een compliment dat jij iemand bent bij wie hij zichzelf durft te zijn, en laat het los, net zoals hij het loslaat.
Als je zoon in de puberteit komt, wordt zijn vriendengroep belangrijker. De mening van vrienden – jongens én meisjes – is belangrijker dan jouw mening, en het lijkt soms of jij als moeder niet meer bent dan een hospita, die kookt, wast, wc’s schoonmaakt en nog zakgeld geeft ook. Adviezen worden niet op prijs gesteld. Het hoort erbij. Je zoon moet zich van jou kunnen losmaken en zich tegen jou kunnen afzetten om zijn eigen identiteit te vinden.
Heb geduld met je zoon, luister naar zijn verhalen zonder meteen advies te geven, blijf respectvol, stel redelijke regels en maak je niet te snel zorgen. In de voorgaande jaren heb je enorm veel wijsheid en liefde in je zoon geïnvesteerd. Dat heeft hem gevormd.
Tekst: © Megamama’s en superzonen (Corien Oranje)
Jongens zijn luidruchtig, vies en maken veel te veel rotzooi? Nee hoor, jongens zijn ontzettend leuk! Je moet ze alleen wel een beetje snappen. In dit mooi vormgegeven bladerboek lees je daarom alles over jongens: hun ontwikkeling, hun vriendschappen, hun taalgebruik, hun fascinatie voor ridders en dinosaurussen. En wat is nu eigenlijk buitenspel? Maar ook: uitjes met jongens, heel veel stoere uitdagingen, interviews met jongensmoeders, hoe voed je relaxt op en hoe praat je over God zodat ze het écht begrijpen? Dat lees je allemaal in Megamama’s en superzonen; hét boek voor elke jongensmoeder!