“Deze baarmoeder is dui-de-lijk op weg naar de menopauze”, mompelt de gynaecoloog, terwijl hij met een kennersblik naar het echoscherm tuurt. Als door een vogelspin gestoken kijk ik de man vanaf de onderzoeksbank aan. Menopauze… overgang? Ik?! Met twee jonge kinderen? (Nou ja, jóng, fluistert een smalend stemmetje in mijn hoofd, het zijn inmiddels wel pubers hoor) Maar ik voel me nog kakelvers, actief, in de bloei van m’n leven! (Je bent toch écht zesenveertig, zanikt het stemmetje. Sommige vrouwen zijn op die leeftijd al oma.) Ik kijk verbaasd naar het plafond. Het is wat. Je bent lekker bezig, je let even niet op – en opeens ben je een menopauzaal geval. Het is als wakker worden in een achtbaan. Het leven gaat een pietsie harder dan ik dacht.
“Ach”, sust de gynaecoloog, alsof hij mijn gedachten raadt, “je overgang is nog niet begonnen hoor. Nóg niet.”
Ik lig op zijn onderzoekstafel omdat mijn menstruaties de laatste tijd wat al te fanatiek zijn. Soms voel ik me in zo’n week een bloedtransfusie nabij. Tijdens zo’n futloze dag heb ik me naar de huisarts gesleept. “Dat zou wel eens een vleesboompje kunnen zijn”, zong zij opgewekt en voor ik ‘Wat is dat?’ kon zeggen, had ik al een verwijzing voor een echoscopie in handen.
En daar lig ik dus. “Vleesboom?” vraag ik bezorgd aan de gynaecoloog (want Google bood meer informatie dan ik eigenlijk wilde weten). Het grijze landschap op het beeldscherm ziet er verontrustend uit – misschien heeft er wel een compleet vleesbós wortel geschoten! Maar hij schudt zijn hoofd en loodst geroutineerd de echokop over mijn met gel ingesmeerde buik. “Nee hoor. Maar je kunt wel goed zien dat de overgang in zicht is. Kijk, daar… en daar… Heel typerend.” Het is mij een raadsel wat er precies zo typerend is aan de vlekken die hij aanwijst. Tijdens zwangerschappen zag ik tijdens zulke exercities tenminste nog de mollige contouren van onze twee kruimels in beeld verschijnen. Nu zie ik meer een grotachtig geheel, dat binnenkort dus officieel onbewoonbaar wordt verklaard.
Even later sta ik buiten met het plan om toch maar eens iets over de overgang en aanpalende onderwerpen te gaan lezen. De gynaecoloog heeft geen oplossing kunnen bieden voor mijn naar bloedbaden neigende menstruaties. Ja, één: hij vertelde met zulke glimmende ogen over de zegeningen van een zeker soort hormoonspiraal, dat ik vermoedde dat hij aandelen heeft in Hormoonspiraal B.V. Maar toen ik onthulde dat alles met hormonen erin, hoe weinig ook, mijn bloeddruk tot ver boven Normaal Amsterdams Peil doet stijgen, verloor hij zijn belangstelling en wenste me veel succes.
Het is duidelijk: als overgangster-in-spe moet je het zelf verder maar uitzoeken. Dat is dan ook precies mijn intentie. En als enige tijd later collega Mariëtte belt met het snode plan om Het Grote Overgangsboek te gaan schrijven, ben ik daar meteen voor in. Als we dan toch alles zelf moeten uitzoeken, laten we het dan meteen goed doen, zodat iedereen er iets aan heeft. Toch? We zitten immers allemaal vroeg of laat in dezelfde achtbaan… Yihaaaaaaaaaa!
Tekst: © Petra Butler