Een vrouw staat wat verscholen tussen rekken met kleding. Kort blond haar, eind vijftig, open gezicht. Het is volop sale bij de Bijenkorf in Utrecht. Veel is voor de helft van de prijs en massa’s mensen willen een koopje ‘scoren’. De dochter van de vrouw past jassen van een anders zo peperduur merk. “Kijk mám, wat vind je van deze?” Met een kritische blik bekijkt ze zich van alle kanten in de passpiegel en vraagt bij elk nieuw model dat ze aantrekt de mening van haar moeder. Die geeft maar spaarzaam commentaar. “Leuk!” zegt ze, of soms: “Nee, da’s niks.”
Ik lach de vrouw even toe. Ze slaakt achter de rug van haar dochter een hoorbare zucht. “Oooh, wat heb ik het warm”, ventileert ze. Stroompjes zweet banen zich een weg via haar hals naar beneden. Ze probeert zich met haar handen wat koelte toe te wapperen. “Ik dacht dat ik het al achter de rug had, maar af en toe krijg ik er weer één. En niet op de meest praktische momenten. Pfuh, ik wou dat ik mijn hoofd even in een diepvriesla kon leggen.” Ik vraag zachtjes of ze last heeft van een opvlieger. Als ze knikt, ontsnapt me de weinig tactische verzuchting: “Ben ik even blij dat ik nog net niet in de overgang zit!” De vrouw wil weten hoe oud ik dan ben. Als ik vertel dat ik dit jaar Sara zal zien, wenst ze me sterkte de komende tijd. “Ik was ook net vijftig toen het begon.”
Later vertel ik de vriendin waarmee ik winkel over de vrouw tussen de kledingrekken. Terwijl ik het gesprek zowat woordelijke herhaal, valt me op dat de vriendin ook ineens pufgeluiden maakt. Ze doet haar dikke wollen sjaal af en ritst met een niet te evenaren snelheid haar donzen jack open. “Vertel mij wat over een opvlieger”, zegt ze met een hoofd dat roder en roder kleurt. “Ik heb het loeiheet. ’”
Zou het bij de overgang net zo zijn als wanneer je zwanger bent? Als je met een dikke buik over straat loopt, lijkt het toch alsof de hele wereld net als jij een kind verwacht? Nu Petra Butler en ik Het Grote Overgangsboek gaan schrijven en we – zoals Petra dat zo mooi omschrijft – bijna ‘menopauzale gevallen’ zijn, valt me op hoeveel vrouwen ik ontmoet die in de overgang zitten. Zelfs hier, midden in de Bijenkorf.
Eerlijk gezegd geeft me dat wel een heerlijk gevoel van sisterhood. Goed om te beseffen dat ik straks tenminste niet alleen sta als ik zelf zo’n menopauzaal geval word. Want wie weet: misschien krijg ik het bij de eerstvolgende uitverkoop ook ineens loeiheet en verlang ik naar een diepvriesla. Ik heb er onderhand de leeftijd voor volgens die mevrouw van de sale.
Tekst: © Mariëtte Woudenberg