Met rode letters staat het in mijn agenda bij de dag van morgen. BLOG INLEVEREN. De deadline nadert met rasse schreden. Dat denkbeeldige lijntje dat nu nog enkele dagen bij me vandaan ligt, wordt alsmaar groter en dreigender.
Ik ken mensen die bij het opdoemen van dat streepje opeens veranderen in bruisende bronnen van creatieve uitspattingen en die steeds productiever en energieker worden naarmate Uur U dichterbij komt. Hun beste werk produceren ze om één voor twaalf, zogezegd.
Maar zo zit ik niet in elkaar. Integendeel. Als ik zie hoe de klok de tijd weg tikt terwijl mijn scherm akelig wit blijft, begint er wel iets te bruisen vanbinnen, maar dat is eerder paniek dan inspiratie. Dat laatste is deze keer namelijk ver te zoeken.
Als een shot cafeïne en wat noeste huishoudelijke uitspattingen ook al vruchteloos blijken, begin ik wanhopig eerdere pennenvruchten door te bladeren in de hoop daar iets aan te treffen waarmee ik jullie aandacht een paar minuten kan vasthouden.
Tevergeefs.
Ten einde raad pak ik mijn nieuwe Van Dale erbij om de betekenis van dat vermaledijde woord ‘deadline’ aan een nader onderzoek te onderwerpen. Uiterste limiet… Ja, dat snap ik, al word ik niet bepaald vrolijker van dat bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap. Uiterst. Klinkt wel erg streng. Doet me denken aan een betalingstermijn van de belastingdienst. En aan de boetes waarmee ze mij bij het negeren of overschrijden van die uiterste termijn om de oren beloven te slaan.
Dan ontdek ik een Nederlands synoniem voor ‘deadline’ –”valbijldatum‘. Tjonge, dat stelt me meteen gerust. Morgen valt het bijltje. Morgen is het bijltjesdag. Het uur van de waarheid.
De waarheid dat ik gewoon even niets anders te melden heb dan dat ik nerveus word van deadlines en ze dus het liefst uitschakel voor ze in de verte opdoemen. Dat ik dus bijna altijd veel te vroeg mijn bijdrage instuur, veel te vroeg op een afgesproken plaats verschijn, bijna altijd gewoon veel te vroeg ben.
Behalve deze keer. Met dit bijltje heb ik nog niet eerder gehakt. Ik gooi het er dus maar bij neer… dat bijltje.
Volgende keer beter.




