Ik moet iets bekennen. Ik durf er bijna niet voor uit te komen, maar ik moet het kwijt. Ik ben jaloers. Ik ben stikjaloers, op het onredelijke af. Mijn man kan erover meepraten. Waar ik dan zo op jaloers ben?
Nou, in dit geval betreft het mijn buurman. Of om precies te zijn: de stokrozen van mijn buurman. En hij heeft niet één stokroos, nee, hij heeft er een heleboel. Aan de zijkant van zijn tuin staan ze uitdagend te pronken. Elk jaar weer. De prachtige bloemen staan uitdagend te wiegen in de wind. In allerlei kleuren, van zachtroze tot dieppaars.
En je begrijpt vast al, ik wil ze ook! Ik zie ze al staan in mijn tuin. Met mooie, lange stelen, die de schutting aan het zicht onttrekken.
Grootmoedig als mijn buurman is, gaf hij mijn een bakje met stokrooszaadjes. Zaadjes van zijn eigen bloemen. Kwistig strooide ik ze uit in mijn tuin. Maar er gebeurde niets. En ja ik weet, ze hebben even tijd nodig om op te komen, maar het jaar daarop gebeurde er nog niks. Elk sprietje dat opkwam, liet ik groeien, in de hoop dat het een stokroos was. Maar elke keer kwam ik er mismoedig achter dat het weer om onkruid ging.
Ik stopte de zaadjes in potten, legde ze in een bedje van nat gaas, deed ze in een bakje met water. Ik zette een pot in de vensterbank, op zolder. Niets hielp. Er kwamen geen stokrozen.
Toen besloot ik het professioneler aan te pakken, ik kocht een zakje met stokrooszaadjes bij het tuincentrum. Die moesten goed zijn, toch? Maar het hele proces herhaalde zich: ik kreeg hetzelfde resultaat. Geen stokroos.
Vervolgens vond ik een stokroosplant bij een tuincentrum en helemaal gelukkig nam ik hem mee naar huis. Ik zette hem een prachtig hoekje. Het eerste jaar liet hij een enkele bloem zien. Maar ik liet me niet ontmoedigen. Volgend jaar beter, dacht ik. Maar het hoopje stokroos kwijnde het jaar daarop langzaam weg.
Nu is het weer herfst en zelfs de stokrozen van mijn buurman verliezen langzaam hun laatste bloemen. Mismoedig tuur ik uit het raam naar mijn eigen tuin. Zo in de herfst is het een rommeltje. De planten kleuren bruin of verliezen hun blad. Maar toch, als ik eraan denk hoe prachtig het eruit heeft gezien in de zomer. Al die prachtige bloemen, hortensia’s vol in bloei, mijn Toscaanse jasmijn, die heerlijk geurde…
Wat heb ik eigenlijk te klagen? Waarom ben ik jaloers? Ja, het is nu een beetje rommelig. Ja, ik heb geen stokrozen. Maar het is wel mijn tuin en het is een prachtige tuin.