Vanaf 1 januari snoep ik alleen nog maar in het weekend. Drink ik één liter water per dag. En ga ik drie keer per week sporten. Minstens. Tot zover mijn goede voornemens voor 2016.
Nou ja… niet dus! Natuurlijk wil ik best gezonder eten en meer bewegen. Wie niet? Maar ik ben erachter gekomen dat goede voornemens helemaal niet zo veel waard zijn. In de praktijk houd ik ze een week vol, of misschien een maand, voordat het leven van alledag zand strooit in de motor van mijn goede voornemens. Daarom doe ik al een paar jaar niet meer aan goede voornemens.
Desondanks blijft het prikkelen, dat moment van 1 januari. Het is zo’n mooi startmoment. Zo vol beloftes. Daarom verwen ik mezelf aan het begin van het jaar altijd met een nieuw dagboek: nog helemaal leeg en onbevangen om in de maanden die gaan komen de wirwar van mijn gedachten en belevenissen vast te leggen. Welke verrassingen staan me te wachten?
En ook overweeg ik bij het naderen van 1 januari steevast een aantal goede voornemens – die ik ook steevast weer verwerp. Misschien heeft het overwegen ervan wel meer waarde dan het werkelijk nastreven van die voornemens. Het is een moment van nadenken over wat ik zou willen veranderen in mijn leven. Waar ik wil groeien.
De laatste tijd besef ik: het gaat niet zozeer om voornemens, maar om verlangens. Waar verlang ik wérkelijk naar? Dat gaat veel dieper dan de oppervlakkige voornemens. Het gaat erom wie ik bén en hoe ik daar uiting aan wil geven. Die verlangens gaan niet alleen veel dieper dan goede voornemens, maar zijn ook veel lastiger uit te voeren. Want zeg nou zelf: elke dag een liter water drinken is veel haalbaarder dan je diepste dromen najagen!
Maar toch. Als ik een beetje ruimte geef aan die verlangens komt er nieuwe kracht vrij. Creativiteit. Passie. Dat zijn toch prachtige dingen om het nieuwe jaar mee te beginnen? Dus misschien doe ik dit jaar een keer aan goede verlangens in plaats van goede voornemens. Misschien hoor. Want het klinkt alweer bijna als een voornemen…