En daar zaten we dan in Zuid-Frankrijk. “Lekker dat we toch weggegaan zijn”, zeggen we opgetogen tegen elkaar. Maar die eerste dagen… Het was bloedheet, de hitte stoomde van onze lijven. De tent stond de hele dag te branden in de zon. En waarom had ik alleen maar onpraktische jurkjes meegenomen? Het was vrij duidelijk dat we niet naar een driesterren hotel gingen… Kortom: kinderen van de leg door de warmte en wij ritmeloos en gedesoriënteerd.
Begrijp me niet verkeerd, het is echt heerlijk om even weg van thuis te zijn. Maar ik moet altijd mijn ritme hervinden als ik weg ben van huis en haard. Die eerste dagen moet ik in de vakantieflow terecht komen. Na een dag of twee zitten wij (ja, ook de kinderen) in een heus vakantieritme.
Maar er is een ding wat ik maar niet goed erin krijg op vakantie: stille tijd. Ik probeer het echt hoor. ’s Ochtends als manlief met de kinderen naar de bakker is om brood te halen even uit de bijbel lezen. Maar na twee zinnen lijkt het me al te vervelen. Ik heb er geen aandacht voor. Geen betrekking op deze dag, denk ik gelijk al. Geen boodschap aan.
Ik vind het niet alleen frustrerend, maar ook wel confronterend. Want hoe kijk ik tegen God aan? Als een baas waar ik ook wel eens vakantie van wil? Een baas die constant beslag op me legt? En net zoals we soms achteloos onze mail kunnen checken, even snel, snel kijken of er nog nieuws is van ‘Big Boss’. Ik bedoel het niet spottend, maar mijn eigen houding frustreert mij. ‘Heel mijn leven voor U’ geldt nog niet voor elk terrein. Het is meer: ‘Heel mijn leven voor U, maar ook een paar weken voor mezelf.’
Ik schrijf dit nog tijdens mijn vakantie. Morgen ga ik het anders doen!
Dus niet: God de Baas, gunt Hij mij nou nooit een dag rust?
Maar: God de Vader- wat voor moois heeft U vandaag voor ons in petto?
Want: heel mijn leven voor U! Ook tijdens de vakantie!