Misschien heb jij ze allemaal al geschreven en op de post gedaan: de kerstkaartjes. Maar waarschijnlijk zat daar geen kaartje bij dat was geadresseerd aan de Jarige Zelf, terwijl kerst toch echt Zijn feest, Zijn verjaardag is. Zes Sestra-blogsters besloten daar verandering in te brengen en schreven een kaart aan God. Vandaag die van Klarine.
Het is eindelijk even stil om me heen. Buiten is het donker. De kinderen liggen in bed en het vuur in de open haard knapt. De kaarsen branden op de tafel. Dit zijn momenten dat ik de tijd neem om over de waardevolle dingen in mijn leven na te denken. Het voelt alsof het niet lang meer duurt tot het kerst is. Wat doet dat met mij? Wat betekent het voor mij? Ik ben christen en zie naast de gezelligheid van kerst ook een tijd waarin ik denk aan de periode rondom Jezus’ geboorte. Adventstijd.
Het Latijnse woord ‘adventus’, betekent ‘komst’. Komst van de geboorte van Jezus. Mijn gedachten gaan uit naar Jezus en al denkend kom ik tot een soort gesprek. Maar het blijft stil en daarom lijkt het meer een brief.
Inmiddels ben ik 31 jaar en moeder van drie kinderen. Ik denk dat U Zelf ongeveer deze zelfde leeftijd had toen U wist dat de dood dichtbij kwam. Dat maakt dat ik me dit jaar extra bewust ben van wat U hebt moeten doormaken. Wetend dat de dood wacht.
Maar daarbij besef ik dat de last die U droeg wel van heel andere orde is dan mijn eigen situatie! Nu ik weet dat een dodelijke ziekte zich meester maakt van mijn lichaam, besef ik dat de dood een gevolg kan zijn. Ik weet dat U op aarde vele wonderen hebt mogen beleven. Zelf blijf ik wachten op het wonder. Er zijn al vele wonderen gebeurd. Ik weet dat het kan, maar weet ook dat het niet kan gebeuren. Dan houdt mijn leven op aarde op.
Ik kan dat niet begrijpen. Weggerukt worden. Dan zie ik mijn kinderen, Johan, mijn familie, vriend(inn)en die achterblijven. De gebrokenheid van de wereld zit ook in mijn eigen huis. Als ik echt los moet laten, dan weet ik dat er een hemel op mij wacht. Daar houd ik aan vast. Dan zal er een moment komen dat we elkaar ontmoeten. We gaan elkaar dan zien en een echt gesprek voeren. Als ik daaraan denk, komt dat moment heel dichtbij. Hoe zal dat zijn? Hoe zal ik reageren? Krijg en wil ik antwoorden op de vragen waarmee ik nu worstel?
Altijd heb ik geweten dat U er bent, Jezus. Ik weet niet beter. Ben me ook bewust geweest dat het leven op aarde een keer ophoudt. Door mijn ziekteproces komt ons ontmoetingsmoment, voor mijn gevoel, dichter en dichterbij. We kennen elkaar, maar hebben elkaar eigenlijk nooit echt ‘gezien’. Die gedachte maakt me ook wel nieuwsgierig.
Nu is het kerst. Ik mag denken aan Uw verjaardag. Het wonder van een geboorte. Vele jaren geleden. Een geboorte die nu nog van grote invloed is. Ook voor mij. Het geeft mij leven. O, ik mag leven! Eeuwig leven hebben. Dat is het mooiste cadeau met kerst. Ik mag geloven dat door Uw geboorte, ik leven mag. En als het moment komt dat ik mensen echt los moeten laten, ik dan tegen hen kan zeggen…
‘Tot straks!’