Het op een na belangrijkste is dit: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.
(Marcus 12:31, NBV)
BEGRIJPEN
In mijn tienerjaren las ik een boekje van een nogal populaire christelijke auteur, dat een heel nieuw licht wierp op het thema naastenliefde. Dit kan alleen, zo leerde de schrijver, wanneer je eerst jezelf liefhebt. Er staat immers: Heb je naasten lief als jezelf. Er ging een zucht van verlichting door de evangelische wereld. Want opeens mochten we, nee, moesten we, aan onszelf denken. Weg met de zelfverloochening, niks ‘de ander belangrijker vinden dan jezelf’, opzij met de minste moeten zijn! Er werden praatgroepen opgericht, workshops gegeven en therapieën bedacht die erop gericht waren de mensen de weg te wijzen naar zelfacceptatie en eigenliefde. Deze bleken overigens vooral in trek bij vrouwen, hetgeen je achteraf doet afvragen wat dit zei over de mannenbroeders… Maar dit geheel terzijde.
Goed, dit is misschien een beetje overdreven. Maar feit is wel dat vanaf toen – ook binnen de kerken – de weg naar allerlei vormen van wat ik voor het gemak maar even ‘ik-denken’ noem vrij leek. Ook vormde het de aanzet tot een eindeloze rij denkwijzen en bijbehorende cursussen en zelfhulpboeken, waarbij de christelijke grondbeginselen steeds verder op de achtergrond leken te raken en uiteindelijk zelfs volledig aan het zicht onttrokken werden.
‘Het doel van je leven is gelukkig worden’; ‘De sleutel tot geluk ligt in het vinden van je diepste zelf’; ‘Leer jezelf kennen op een diep innerlijk niveau’; ‘Ontdek je spirituele kern’. Zomaar wat van die kreten.
Nog niet zo heel lang geleden was The Secret – The Power of Imagination – helemaal in. Visualiseer je dromen, spreek je wensen uit tegen het universum en geloof dat het gebeurt. Waar doet me dat toch vaag aan denken? Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank Hem in al uw gebeden. Net zoiets… Of toch niet? Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren. (Filippenzen 4:6-7)
‘God, ik wil zo graag een ander huis. Als ik mijn ogen dichtknijp zie ik het zo voor me: een mooie tuin, drie badkamers en zes slaapkamers… Ik mag het U vertellen, maar ik leg het in Uw handen; U weet wat ik echt nodig heb, Heer.’ Toch een iets andere insteek. Misschien gaan onze materiële wensen niet altijd in vervulling, maar we hebben wel de belofte van Gods vrede. En is dat niet van veel grotere waarde?
Tegenwoordig is mindfulness het toverwoord. Of misschien is het inmiddels alweer op z’n retour, dat kan best. Maar ook hierbij gaat het om de zoektocht naar jezelf, en het overwinnen van negatieve emoties door te leven in het hier en nu.
Zei Jezus ook niet zoiets? Kijk eens naar de vogels in de lucht. Ze werken niet op het land en ze bewaren geen graan in een schuur. Jullie Vader in de hemel geeft ze te eten. En jullie zijn voor Hem veel belangrijker dan de vogels. Maak je dus geen zorgen. Dat heeft geen zin, je blijft er geen dag langer door leven. (Matteüs 6:26-27, BGT)
Jezus vertelde nog meer: Als je Mijn volgeling wilt zijn, dan mag je niet meer aan jezelf denken. Nee, je moet bereid zijn om je leven op te geven en met Mij mee te gaan. (Matteüs 16:24-25, BGT) Ik vraag me af… Is dit wel wat we willen horen? En hoe verhoudt zich dat dan tot het liefhebben van jezelf?
Laten we even teruggaan naar wat Jezus aanhaalt in Matteüs 22:37-40: Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat. Leg daar Efeziërs 5:29 eens naast: Niemand haat ooit zijn eigen lichaam, integendeel: men voedt en verzorgt het. Hier zien we dat de toevoeging als uzelf slechts gaat om de constatering van een feit en niet zozeer om een opdracht. Er zijn altijd uitzonderingen, maar normaal gesproken zorgen we van nature goed voor ons eigen lichaam. Waar het in dit gebod om gaat, is toch echt de naaste.
Het grootste voorbeeld gaf natuurlijk Jezus Zelf. Hij gaf Zijn leven voor ons. En ja, zelfs Hij dacht even aan Zichzelf toen hij in Getsemane de Vader smeekte of al het lijden Hem bespaard mocht blijven. Maar met de toevoeging Niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede gaf Hij zich over aan Gods plan.
NALEVEN
Moeten we onszelf dan altijd maar helemaal wegcijferen? Over ons heen laten lopen, overal achteraan staan, een voetveeg zijn? Nee, zo is het gelukkig ook niet. In die zin had Trobisch destijds gelijk: het is inderdaad belangrijk dat we goed voor onszelf zorgen, ook in psychisch opzicht. Niemand heeft iets aan een stel uitgebluste, op hun achterste benen lopende christenen.
Ook is het niet zo dat we er altijd en overal maar op uit moeten zijn onze naasten in het oog te hebben. Het gaat om de bereidheid God Zijn werk in en door ons te laten doen en open te staan voor Zijn plan. Ondertussen kan het soms nodig zijn te werken aan onszelf. Misschien is door verschillende gebeurtenissen in ons leven ons zelfbeeld beschadigd geraakt en hebben we hulp nodig om dat te herstellen. Laten we daar dan vooral tijd en aandacht aan besteden.
Jezus vindt ons zo kostbaar en zo de moeite waard, dat Hij Zijn leven opgaf voor ons. Wie zijn wij dan om daar anders over te denken?