De vader zei tegen zijn knechten: ‘Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.’ En ze begonnen feest te vieren.
(Lucas 15:22-24 NBV)
BEGRIJPEN
Het verhaal van de verloren zoon is prachtig. Dit voorjaar volgde ik een moederretraite, waarin dit verhaal centraal stond. Drie dagen lang stonden we stil bij deze vader en zijn zoons, bij hoe ze het ‘doen’ samen. De priester die de overdenkingen begeleidde, legde steeds weer het verband met barmhartigheid, en maakte deze parabel daardoor zo liefdevol en praktisch.
Strikt genomen betekent barmhartigheid: je hart openen voor mensen die het moeilijk hebben. God wil dat wij dat doen, maar niet nadat Hij ons eerst welkom heeft geheten. Hij buigt Zich naar ons toe om ons te vergeven, en vraagt ons hetzelfde te doen naar de mensen die wij ontmoeten.
De jongste zoon vraagt zijn vader om geld om op pad te gaan. De vader oordeelt niet, maar geeft het hem en laat hem zijn eigen weg ontdekken. De jongste zoon gaat zijn vrijheid tegemoet; dat zal hem prachtige ontmoetingen en vergezichten hebben opgeleverd. We zien dat hij ook zijn eigen fouten maakt, en dat hij die kans ook krijgt. Hij kan terugkeren naar de barmhartige vader, die hem opwacht en bij wie hij terug kan en mag komen.
Onze hemelse Vader staat ook zo voor ons klaar. We mogen bij Hem aankloppen, Hij weet dat we soms niet de meest handige keuzes maken, maar laat het ons uitproberen. En staat voor ons klaar als we weer terug moeten of willen vallen in Zijn veilige armen.
Onze Vader wil daarmee ook een voorbeeld stellen voor ons. De barmhartigheid die Hij ons betoont, vraagt Hij ons door te geven aan anderen.
NALEVEN
Mijn lieve kind, toen het moeilijk was… toen heb Ik jou gedragen. Deze zondag is het Vaderdag. Als ik aan ‘vader’ denk, gaan mijn gedachten naar mijn eigen vader, wiens grote sterke vaderarmen mij troostten als ik weer eens gevallen was. Die mij optilde als ik moe was. Die mij een aai over mijn wang gaf als ik het even niet zag zitten. Die zei: ‘Kom op, benen eronder en weer doorgaan’ als ik me zorgen maakte. Die zei: ‘Ik ben zo trots op je’ als ik me afvroeg of ik op een bepaald punt in mijn leven wel de goede keuze had gemaakt. Hij bevestigde me, ondersteunde en was er als het nodig was.
We hebben heus onze dingen gehad hoor, samen, en die periode was niet mals en niet makkelijk – voor geen van beiden. Maar toch. Het is nu bijna zeven jaar geleden dat hij plotseling overleed, en hoe vaak denk ik nog: even papa bellen. Even vertellen, even zijn bevestiging horen of zijn ongezouten mening als hij vond dat ik iets stoms deed. Ik heb geleerd dat dat opbouwende kritiek was.
Soms was de drempel hoog, maar toch zocht ik hem op. Dat diepe gevoel van veiligheid, dwars door je eigen stommiteit heen, je eigen onzekerheid en angst. Ook de gevoelens van troost, van even klein mogen zijn, achterover kunnen leunen, terwijl een ander zorgt dat je veilig bent en zegt dat het goed komt. Niet dat hij alle plooien in mijn leven glad heeft kunnen strijken – al had hij het met alle liefde en inzet van krachten willen doen. Die onvoorwaardelijke vaderliefde, die zachtheid en kracht. Moeders hebben dat ook, maar toch is dat anders.
Vaderliefde, dat kan alleen een vader geven. Dat kan alleen de Vader geven. Nadat mijn aardse vader zo plotseling was overleden, voelde ik direct Gods sterke vaderarmen om mij heen. Letterlijk en figuurlijk. Alsof Hij mij opving als ik achterover kukelde, wat tegendruk gaf om te zorgen dat ik voorwaarts zou blijven gaan; alsof Hij me moed insprak op de momenten dat mijn emmertje leeg was. Mijn papa was naar de hemel en ik kreeg er dubbel zo veel Vaderliefde voor terug.
Ik heb nogal de neiging om te piekeren, om het leven zwaar te maken. Het is helaas erfelijk, en mijn vader had het ook. Maar toch – of juist – was hij wel mijn toevluchtsoord in de moeilijke momenten. Omdat hij dan niet mee ging huilen, maar juist in zijn kracht kwam als vader en mij bemoedigde en hielp om de boel te relativeren. Maak je geen zorgen over de dag van morgen, God zorgt voor jou.
Mijn vader had ook een diepgeworteld geloof, en ook daarvan heeft hij mij iets meegegeven. Hoe precies weet ik niet. Maar juist doordat ik merkte dat ook hij zijn twijfels en vragen had, zag ik hoe het kan gaan met een levend geloof. Zijn getuigenis dat er Eén is Die je veilige plek is in moeilijke momenten en naar Wie je altijd toe kunt en mag gaan om te schuilen.
Mijn vader ging naar God om te schuilen en moed te verzamelen en daardoor kon hij mij hetzelfde geven. Hij leefde het mij voor en hij deed het mij voor. En dat probeer ik dan weer door te geven aan mijn eigen kinderen. Ik probeer hun voor te leven dat je met je vragen en onzekerheden mag gaan naar je hemelse Vader, Die je dagelijkse worries relativeert door te vragen: Wie van u kan door bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen?
Ook voor de grote levensvragen en zorgen heeft Hij troost. Hij heeft immers zijn Zoon gestuurd. En die Zoon zegt ons: Niemand komt door de Vader dan door Mij. Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn. Bij Hem mogen wij veiligheid vinden. Jij en ik, en ieder die haar vertrouwen op haar hemelse Vader stelt. Bij Hem is ook troost, voor wie haar vader moet missen, om welke reden dan ook, wat er ook gebeurd is. Bij Hem is ook blijdschap, voor wie mag genieten van een fijne en vertrouwde band met haar vader.
Fijne Vaderdag.