Als single vrouw droom je uiteraard maar van één ding: een prins op het witte paard. Althans, ik wel. Tot zo’n jaar geleden had die van mij een bos vuurrood haar, blauwe ogen om in te verdrinken, een heel schattig baardje, geld genoeg om in te zwemmen en, zoals het een prins op het – in zijn geval bruine – paard betaamt, geen vriendin. Maar toen brak 8 november 2016 aan. De dag dat mijn wereld instortte: mijn droomprins had een droomprinses gevonden. And it wasn’t me.
Onder ons gezegd: ik heb tranen met tuiten gehuild en dat niet alleen, mijn neus had het ook zwaar te verduren. Om nog maar te zwijgen van alle dozen tissues die ik die weken heb geconsumeerd. Maar hoeveel tranen ik ook vergoot, het hielp niets. Sterker nog, het werkte klaarblijkelijk aanstekelijk, want mijn droomprins kreeg het ook zwaar te pakken. Alleen was hij besmet met een ander virus; waar ik wegkwijnde van liefdesverdriet, werd hij met de dag verliefder.
Dat was de druppel. Zonder hem veel geluk te wensen, zette ik mijn prins uit mijn hoofd en besloot op jacht te gaan naar een nieuwe. Zonder rood haar en zo. Met dat soort onbetrouwbare mannen had ik het helemaal gehad. Dit keer zou mijn droomprins… bruinharig zijn. Of blonde krullen hebben. Of misschien zou ik voor de verandering eens gaan voor kaal. Zo’n glimmende biljartbal is best aantrekkelijk, toch?
Maar juist toen ik er na maandenlang prakkiseren eindelijk zo’n beetje uit was hoe mijn volgende droomprins eruit moest zien, diende er zich een ander aan. En hij voldeed aan geen één van al mijn criteria. Rijk was-ie volstrekt niet en hij deed niet aan toekomstdenken. ‘Maak je geen zorgen over morgen,’ zei hij. ‘Bewaar die zorgen maar voor morgen.’ Ook een wit paard was nergens te bekennen; in plaats daarvan verplaatste hij zich liever te voet, vertrouwde hij me toe. Of – houd je vast – op een ezel!
Van chocolate chip cookies, cheesecake en milkshakes had hij nog nooit gehoord. Nee, hij hield meer van sprinkhanen, een visje of olijven. Verder had hij niets met dure kleren of chique schoenen. (Voor als je denkt: wat maakt dat nu uit? Ik ben dól op mannen met mooie molières.) Weet je waar zijn garderobe uit bestond? Sandalen, een paar linnen onderkleden, een leren gordel en alsof dat alles nog niet erg genoeg is, was zijn favoriete kledingstuk – ik maak geen grapje – een mantel van kameelhaar.
Kortom: verre van ideaal. Maar toch… viel ik als een blok voor hem. Stapelverliefd was ik, en nog steeds. Snappen doe ik het niet helemaal, maar hij is gewoon zó ontzettend ridderlijk. Sinds we elkaar echt hebben leren kennen, is hij nog geen moment van mijn zijde geweken en hij beschermt me als een schild. Daarbij is hij zo sterk als een rots en hij zorgt voor me, zoals een herder voor zijn schapen. En wat hij allemaal zegt… Zo lief! Zoals: ‘Ik heb je altijd liefgehad, mijn liefde zal je altijd vergezellen.’ ‘Jij bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol.’ ‘Niets zal je kunnen scheiden van mijn liefde.’
Onweerstaanbaar natuurlijk, zo’n liefde, en al is hij dan totaal anders dan het beeld dat ik had van mijn toekomstige bruidegom, ik wil toch niets liever dan zijn bruid zijn. Vanaf nu droom ik dan ook nog maar van één prins – dé koningszoon. Jezus.
N.a.v. Droom!, een creatief dagboek voor de adventstijd, waarin je wordt uitgedaagd om (weer) te gaan dromen en gaat ontdekken hoe jouw dromen gaan rijmen met die van God. Elke dag sta je even stil bij jouw en Gods dromen, aan de hand van een korte overdenking en dit krijgt extra betekenis of letterlijk vorm met biblejournaling- of handletteringopdrachten. Zo leef je bewust toe naar de komst van Jezus. Droom je mee?