Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst krijgen, maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.
(Johannes 4:13-14, HSV)
BEGRIJPEN
Kleine onbeduidende beslissingen kunnen soms onverwacht grote gevolgen hebben. Achteraf denk je verbaasd: Hoe is het mogelijk dat ik juist op dát moment…
De Samaritaanse vrouw uit het verhaal dat in het Bijbelboek Johannes is opgetekend kon daar over meepraten. In plaats van op het vroege morgenuur, wanneer het nog lekker koel was, belandde ze op het bloedhete middaguur bij de bron om water te halen. Over het waarom kunnen we alleen maar gissen, hoewel algemeen wordt aangenomen dat zij, gezien haar dubieuze verleden, de confrontatie met anderen liever wilde vermijden. Lijkt logisch, maar zeker weten doen we het niet. Want waarom holt ze na haar gesprek met Jezus weg om die bijzondere ervaring met haar dorpsgenoten te delen? Dat lijkt in zo’n situatie nu niet direct het eerste wat bij je opkomt. En andersom kun je je afvragen of de mensen aan wie ze haar verhaal deed zich niet achter de oren zouden hebben gekrabd. Moeten we jou geloven? En dan zeker in deze hitte met je mee gaan om te zien of je gelijk hebt… dacht het niet!
Dus wellicht was er wel een heel andere reden waarom ze zich daar op dat ongewone tijdstip bevond. Misschien waren haar kruiken gebroken en moest ze nieuwe halen; of had ze net die ochtend een vreselijke hoofdpijn. Misschien had haar minnaar haar wat langer beziggehouden… Hoe dan ook, ze was daar, bij die bron die al eeuwenlang in gebruik was en helemaal terugvoerde naar aartsvader Jacob, precies op het moment dat Jezus daar vermoeid en dorstig neerstreek.
Eerder in hetzelfde hoofdstuk lezen we hoe Jezus met zijn vrienden op weg ging van het zuidelijke Judea naar Galilea in het noorden. De route daarnaartoe was doorgaans tamelijk omslachtig. Het was gebruikelijk dat de Joden, wanneer ze naar het noorden trokken, van Jeruzalem eerst naar het oosten gingen en dan bij Jericho de Jordaan overstaken, om vervolgens door het over-Jordaanse land verder te gaan; daarna de rivier weer over om uiteindelijk Galilea te bereiken. Tja, je moest er iets voor over hebben om de vijandschap in ere te houden… Want het Samaritaanse volk dat zichzelf de enige echte afstammeling van Efraim en Manasse noemde en zich alleen aan de vijf boeken van Mozes hield, deugde natuurlijk niet. Gevestigd rond hun heilige berg Gerizim (waarvan ze ook nog eens beweerden dat daar Abraham zijn zoon Izaäk offerde, stel je voor! Iedereen wist toch zeker dat het op de berg Moria was geweest?) leefden de Samaritanen hun heidense leven. Daar wilde je als eerbare gelovige vanzelfsprekend niets mee te maken hebben.
Maar Jezus trok Zich daar niets van aan. Hij moest door Samaria gaan, lezen we. In de Griekse grondtekst staat een woord dat vertaald kan worden als ‘het was noodzakelijk‘. Het zou best kunnen dat Jezus op dat moment misschien ook nog niet precies wist waarom. Hij gehoorzaamde zijn Vader, die Hem had verteld die richting op te gaan. Net zoals er voor de vrouw bij de bron – al dan niet wegens omstandigheden – niets anders opzat dan op het heetst van de dag water te gaan halen.
We kennen de rest van het verhaal. Jezus geeft aan dat Hij dorst heeft en zij spreekt haar verbazing uit over het feit dat Hij als Jood niet alleen uitrust bij hun bron, maar haar bovendien om water durft te vragen. ‘Als je wist wat God allemaal voor jou in petto heeft en wie Ik ben, zou je Mij om water vragen.’ Jezus heeft vast geglimlacht toen Hij dat zei. Hij wist wel dat het even zou duren voordat ze het begrijpen zou. Vlak daarvoor was Hij nog bij Nicodemus geweest, die ook niet meteen doorhad dat de dingen die Jezus zei een geestelijke betekenis hadden.
Pas toen Hij liet blijken dat Hij alles van haar wist en haar door en door kende, viel het kwartje. Langzaam opende ze haar hart en drong de ware betekenis van Zijn woorden tot haar door. Die ontmoeting op dat ongewone uur veranderde haar leven. Waarschijnlijk dacht ze toen ze die avond in bed lag met verwondering terug aan de bijzondere samenloop van omstandigheden van die middag. En aan de verbijsterend grote impact daarvan.
Het kon niet anders: het moest zo zijn.
NALEVEN
Iedereen kent wel van die momenten waarvan je achteraf denkt: wat ongelóóflijk toevallig. Ik had het laatst nog. In gedachten verzonken liep ik op een regenachtige ochtend in het donker richting oversteekplaats. Het was nog niet zo druk op de weg, en vanuit mijn ooghoek zag ik hoe een naderende fietser vaart minderde, dus ik zette een voet op het zebrapad. Diep weggedoken in mijn kraag staarde ik met nietsziende blik naar het glimmende asfalt. In mijn hoofd dreinde een lied dat me al de hele nacht zodra ik even ontwaakte lastigviel: Jezus, naam boven alle naam… Ik zou hier graag willen beweren dat mijn vrome aard daar debet aan was, maar het was gewoon een van die bestanden die nu eenmaal in de database van mijn hersenen zijn opgeslagen; het had net zo goed de jengelende reclametune van Kruidvat kunnen zijn.
Maar dat was het dus niet. Ik zette een tweede stap en dacht aan een boodschap die ik op de terugweg wilde doen. Kijk nog een keer naar links. Het schoot zomaar door me heen. En misschien was het meer een gevoel dan in duidelijke woorden, maar terwijl ik dat deed zag ik een bestelbus met grote vaart op mij af komen. Ik stopte, wankelde, zwaaide met mijn armen om mijn evenwicht te bewaren en de bus zoefde vlak langs mijn gezicht. Het lied in mijn hoofd maakte plaats voor minder fraaie zinnen en eenmaal aan de overkant begon mijn hele lijf te shaken. Wat als ik niet opzij had gekeken? Waarom had ik dat überhaupt gedaan? Wat als ik al een paar centimeter verder was geweest?
Een ander voorbeeld is de klasgenoot uit mijn tienertijd, die mij uitnodigde met haar mee naar huis te gaan tussen de middag. Ik kende haar niet zo goed en was er eigenlijk nooit zo happig op me in onbekende situaties te begeven, maar ik zei ja. Dankzij haar kwam ik met het Evangelie in aanraking. Wat als ik niet was meegegaan? Wat als zij – verlegen als ze zelf was – mij niet had gevraagd?
Zo zul jij vast ook tal van verhalen hebben, en het is enorm fascinerend om na te denken over Gods Hand in dit alles. Soms is het antwoord op de waarom-vraag overduidelijk, maar dikwijls weten we het niet. Sommige dingen gebeuren simpelweg omdat ze gebeuren; omdat de regen nu eenmaal valt op iedereen (Matteüs 5:45). En hoewel de vrije wil die we gekregen hebben geen ruimte laat voor fatalisme, staat de Bijbel vol met teksten die vertellen dat God ons wil leiden. Een interessant spanningsveld.
Vaak is het enige antwoord dat we hebben: het moest zo zijn.