Kwetsbaar durven zijn over je ziek-zijn, is lastig. Maar als je die hobbel eenmaal genomen hebt, ben je er nog lang niet. Hulp vragen, wat daarop volgt, is misschien nog wel moeilijker. Een forse drempel. Wat zeg ik? Het is een enorme berg, waarvan je denkt er niet overheen te kunnen of willen. Maar je moet…
Ik kwam op een punt terecht dat het echt niet meer ging om alles zelf te doen. Ouders sprongen bij. De werkster kon meer komen. Toen ik mijn rooster voor het revalidatiecentrum kreeg, zakte de moed me echter in de schoenen. Drie keer in de week naar een naburige stad, terwijl ik zelf niet mocht rijden, dus chauffeurs regelen voor de heen- en terugreis. Omdat ik ook in de schoolvakantie door zou gaan met revalideren, moest er ook oppas geregeld worden.
Het heeft me heel wat schoppen, mopperen en tranen gekost, want ik wilde onafhankelijk zijn, maar de realiteit haalde me in. Ik moest om hulp vragen. Ik ervoer het als nog een stukje dieper in mijn kwetsbaarheid en zwakheid afdalen. Met veel schroom vroeg ik mensen in mijn omgeving of ze me misschien een keertje wilde rijden. Het gemak waarmee mensen ‘ja’ zeiden trof me. Het zette me aan het denken.
Ik besefte dat hulp aanbieden en geven makkelijk is. Maar het vragen is enorm zwaar. Waarom? Heb jij daar ook zo’n moeite mee? Ik ben nu de berg van hulp vragen al meerdere keren beklommen. Wat blijkt, als je boven op die berg staat, is het helemaal niet zo zwaar en is de uitkomst (eigenlijk) altijd fijn en warm.
Een voorbeeld? Mijn moeder streek altijd voor me, maar ging een maand op vakantie. Een vrouw uit onze kerk had al een paar keer gezegd dat ze gerust ergens mee wilde helpen. Met een aarzelende woorden, een brok in mijn keel en tranen in mijn ogen stuurde ik een mailtje met of ze misschien heel misschien eventueel een keer voor me zou willen strijken… Haar reactie? Lieve schat! Natuurlijk ik kom het vanavond even ophalen. Slik. Daar zat ik dan snotterend boven op mijn berg… die ineens niet zo groot meer was.
Mocht jij nou iemand zijn die graag wilt helpen, maar niet goed weet hoe. Ik heb een paar tips voor je. Als je vraagt ‘Lukt het allemaal nog?’ is het antwoord waarschijnlijk iets als ‘Ja, hoor!’. Vraag eens wat die persoon nodig heeft. Maak het concreet. Bijvoorbeeld: ‘Lukt het strijken nog?’, ‘Hoe doe je het met boodschappen halen; ik ga morgen, zal ik wat meenemen?’, ‘Ik ga morgen met de auto naar school, zal ik je kinderen meenemen?’. Grote kans dat de persoon tegenover je toe zal geven het zwaar te hebben.
Probeer je hulpaanbod zo praktisch mogelijk te maken, want (chronisch) zieke mensen willen zo veel mogelijk en zo lang mogelijk alles zelf doen. Je helpt ze al door het iets concreter te maken, waardoor hun berg iets minder groot wordt.
Dus echt, lieve mensen, ik weet dat moeilijk is. Maar geloof me, als je aan de grond zit, zijn mensen zo blij dat ze je kunnen helpen. De berg die jij voor je ziet, is in werkelijkheid maar een drempel. En ja, daar moet je wel overheen.
Wat mij betreft, vind ik het het mooiste dat ik dat niet alleen hoef te doen. Ik mag aan de hand van mijn hemelse Vader stapjes zetten. En als ik niet durf, moedigt Hij mij aan. Als ik struikel, zet Hij me weer op mijn voeten.
Ben ik verdrietig, dan wist Hij mijn tranen…