Laat ik dit vooropstellen: ik ben een gelukkig mens. Ik ben gezond, heb een lieve man, een schattige baby, een ondernemende kleuter en een eigenwijze zevenjarige. Ik heb ook een interessante baan, leuke vriendinnen, een gezellig sportklasje, aardige familie, een fijne kerk en zo nog wat van dat soort zaken.
Begint het al als een beetje veel te klinken? Je hebt gelijk – dat is het ook wel eens. En dan ben ik ook nog van het type dat zichzelf altijd net iets te veel eisen stelt. Natuurlijk moet ik drie maanden na de bevalling weer in m’n broeken passen. Natuurlijk moet ik de was altijd ophangen – die droger is zo slecht voor het milieu. Ook moet ik mijn kinderen elke dag een gezonde maaltijd voorschotelen. En zorgen dat er altijd een gezond suikervrij baksel in de koelkast staat. Ik moet regelmatig stofzuigen, ook al heb ik steeds ruzie met dat ding. Ik moet naar die ouderavond, want dat is immers belangrijk. En ook naar die verjaardag, veertig kilometer verderop, want ik heb die vriendin al zo lang niet gezien. En o ja, natuurlijk moet ik ook een taak in de kerk oppakken, want iedereen doet al zo veel.
Pasgeleden las ik de tip om achter elke ‘ik moet’ eens een ‘ik mag’ te zetten. Een simpele opdracht, maar voor mij was het een enorme eyeopener. Want van wie moet ik eigenlijk al die dingen? Alleen van mezelf. Dus kan ik mezelf ook iets anders vertellen.
Ik mag die was ook best eens in de droger doen. Ik mag best ’s avonds thuisblijven als ik moe ben. Ik mag dit seizoen vrij nemen van taken in de kerk. Ik mag een paar flatterende jurkjes kopen en die broeken voorlopig laten liggen.
Het was net alsof ik mezelf ineens toestemming kon geven om ook eens iets niet te doen. Dat luchtte op! En daardoor kreeg ik ook weer ruimte in mijn hoofd om juist wel te doen wat ik belangrijk vind en waar ik energie van krijg. Zo had ik het eigenlijk bij voorbaat al opgegeven om stille tijd te houden met een baby in huis. Maar omdat ik mijn dag veel fijner begin samen met God, probeer ik het nu toch een aantal dagen per week in te passen. En probeer ik me niet schuldig te voelen wanneer het niet altijd lukt.
Ik vertel mezelf dat ik niet moet sporten, maar dat het mag. De uitkomst is hetzelfde, want ik beide gevallen ga ik meestal toch. Maar het gevoel is anders, want ik ga naar de sportschool, omdat ik ervoor kies. Ik vind het ontspannend en ik word er sterker van. En als ik dan eens echt geen zin heb, is het ook niet erg als ik thuisblijf.
Met deze bril op kijk ik ook anders naar mijn verplichtingen. Wasjes draaien moet, daar ontkom ik niet aan. Maar het is toch fijn dat mijn jongens lekker buiten spelen en zo hun energie kwijt kunnen. Dan draai ik wel een extra wasje als ze met bemodderde kleren thuiskomen. Hoera, ik mag weer wassen!
En de stofzuiger? Die laat ik tegenwoordig lekker in de kast staan. De schoonmaker kan er veel beter mee overweg.