Ze was er gewoon altijd voor me, mijn lieve moedertje. Als kind ervoer ik de warmte van het veilige nest waar ze met weinig middelen altijd een gezellig thuis van wist te maken. Een zoete inval. Vol gezellige mensen, vol boeken, vol spelletjes, vol aandacht…
Pakjesavond bijvoorbeeld, stond elk jaar weer bol van gekke invallen, ellenlange gedichten en manden vol surprises en cadeautjes. In het voorjaar begon moedertje al uit te kijken naar cadeautjes en zo rond half november ging de deur van haar slaapkamer op slot. Dan haalde ze haar kledingkast leeg en begon ze te dichten en in te pakken. Het was daarbij zeker geen uitzondering dat ze na Nieuwjaar soms nog een vergeten cadeautje aantrof achter de stapel ondergoed in haar kast. Waarmee de voorbereidingen voor de volgende pakjesavond voor haar alweer waren begonnen…
Later, toen ik was uitgevlogen, bleef ik genieten van het thuiskomen. Daar was ik dan weer even kind, daar werd er weer even voor me gezorgd en haalde ze alles uit de kast (nee, niet haar kledingkast) om het mij naar de zin te maken.
Na het overlijden van mijn vader verhuisde ze naar onze woonplaats. Voor het eerst kon ik bijna dagelijks even bij haar binnenwippen. Zodra ik binnenkwam, was ik weer even kind. Zelfs al draaiden de rollen zich langzaam maar zeker om en zorgde ik in vele opzichten nu voor haar zoals zij al die jaren voor mij had gezorgd.
Natuurlijk kenden we ook onze mindere momenten, momenten van wrijvingen, meningsverschillen en onenigheid. Maar ach, die zijn immers onvermijdelijk tussen twee mensen die qua karakter zo op elkaar lijken…
Zelfs toen haar krachten afnamen, bleef ze geestelijk in topconditie. Ze leefde mee, dacht mee, bleef zich bemoeien en mij verwennen en was vooral mijn ouderlijk huis. Het laatste stukje daarvan.
Tot op die dag dat ze vrij abrupt haar huisje moest verlaten en via het ziekenhuis en een revalidatiekliniek aan het laatste stukje van haar aardse reis begon. Voor mij vooral een tijd van onmacht, voor haar van strijd en berusting, berusting en strijd. En uiteindelijk van overgave, van afscheid nemen.
Toen ik enkele weken later voor het laatst de deur van haar inmiddels lege huisje achter me dichttrok, dreunde het door tot in het diepst van mijn wezen: ik was geen kind meer.