Maar als wij hopen op wat nog niet zichtbaar is, blijven we in afwachting daarvan volharden.
(Romeinen 8:25, NBV)
BEGRIJPEN
Bij het ontbijt lees ik graag de krant. Happend in mijn bruine boterham met kaas blader ik op mijn iPad door het wereldgebeuren. Ik begin, heel strategisch, met de strip op de tweede pagina, die altijd goed is voor wat vrolijkheid. Maar dikwijls bevriest de lach al verder lezend op mijn lippen. Oorlogen, terrorisme, haat, dreiging, rampen, moord. Wat een ellende om ons heen. Toch wil ik het lezen; ik wil weten wat er gaande is. Soms word ik er heel somber van. En vluchten in het natuurkatern helpt ook al niet. Het gaat slecht met de neushoorn, de reptielen op Madagaskar sterven uit en de poolkappen smelten sneller dan men dacht. Natuurrampen zullen vaker voorkomen. En dat is als we het geloven moeten allemaal onze schuld.
Ik doe wat ik kan: ik scheid het afval, schrijf op ongebleekt papier, gebruik verstandige producten en koop cadeautjes in de Wereldwinkel. Maar het lijkt een druppel op een gloeiende plaat en de situatie in de wereld wordt er ondertussen niet veel beter op… Wat zei Jezus hierover ook alweer? Jullie zullen berichten horen over oorlogen en oorlogsdreiging. Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk tegen het andere, en overal zullen er hongersnoden uitbreken en zal de aarde beven. Laat dat je dan niet verontrusten, die dingen moeten namelijk gebeuren. (Matteüs 24:6-7)
Moet ik dan maar stoppen met mijn bijdrage en fatalistisch toezien? Nee, ik blijf mijn verantwoordelijkheden houden zolang ik hier op aarde leef.
Naast de krant staat op mijn tablet de Bijbel-app. Ik zoek op het woordje ‘hoop’. Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de HEER. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: Ik zal je een hoopvolle toekomst geven. Het is God Zelf Die dit zegt, bij monde van Jeremia (29:11). Wanhoop niet! Soms lijkt het misschien alsof je aan alle narigheid ten onder gaat en het Mij niet interesseert, maar Ik heb het beste met je voor.
Ook Paulus houdt het de gemeente voor als antwoord op wat misschien wel de meest gestelde vraag is: ‘Waarom is er lijden?’ Een pasklaar antwoord heeft hij niet, maar wel een boodschap van uitzicht. Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. (Romeinen 8:18) In Zijn Woord biedt God ons volop perspectief. We mogen wel verdrietig zijn en treuren om hetgeen gebeurt, maar ‘niet zoals zij die geen hoop hebben’ (1 Tessalonicenzen 4:13).
De titel van deze Binnenkamer refereert aan de beroemde toespraak van Martin Luther King: I have a dream. Hij droomde van een betere wereld, waarin mensen niet beoordeeld zullen worden op hun huidskleur. Hij geloofde in een God Die de Schepper is van alle mensen en in een Verlosser Die liefheeft zonder aanzien des persoons.
In het laatste Bijbelboek heeft Johannes ook een droom. Een visioen waarin God hem Zijn plannen met de mensheid bekendmaakt. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij. (Openbaring 21:3-4)
Nee, ik word niet blij van de berichten in mijn ochtendblad. Maar terwijl ik lees denk ik aan Gods belofte. Ik droom van een nieuwe wereld en spoel de nare nasmaak weg met een slok fairtradekoffie.
NALEVEN
‘Als ik jong was in deze tijd, zou ik geen kinderen op de wereld zetten’, zei een vriendin een keer heel beslist toen we het hadden over de toekomst en het wereldgebeuren. Dat vonden sommigen in mijn jeugd ook al, en inmiddels ben ik zelf al oma. Als iedereen er zo over dacht zou de aarde misschien wel langer doordraaien, maar er zou geen sterveling meer op wonen om ervan te genieten.
Misschien zeg jij: gemakkelijk praten, over dromen en hoop, maar ondertussen zitten we hier toch maar mooi met de narigheid. Dat is waar. Maar Gods belofte ook! Bij het zoeken naar woorden van bemoediging in de Bijbel, zie ik een Schepper Die begrip heeft voor onze frustratie en snapt dat we opstandig en verdrietig zijn. Ik vind een Vader Die ons wil omarmen. Die onze wanhoop niet ontkent, maar die ons troost met Zijn liefde en ons perspectief biedt.
Het is een spanningsveld: de ellende om ons heen, een almachtige God, en onze eigen verantwoordelijkheden. Maar we hoeven ons niet te laten ontmoedigen. Hij heeft een plan, er is een droom, en ooit wordt die werkelijkheid. Hij heeft het Zelf beloofd.