Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen.
(Kolossenzen 2:14, NBV)
BEGRIJPEN
Op mijn computer zit een knopje dat heel handig en heel lastig kan zijn. Delete staat erop. Handig als ik ongewenste berichten, mislukte foto’s of overbodige bestanden wil wissen. Lastig als ik er per ongeluk op druk en ik op die manier iets kwijtraak wat ik niet kwijt wil. Eén druk op dat knopje en weg zijn ze. Voorgoed.
Voorgoed? Nou nee, ik weet heel goed dat de whizzkids onder ons zulke gewiste bestanden best wel weer boven water kunnen halen. Altijd handig als er sprake is van een misstand, een misdaad die aan de hand van zulke boven water gehaalde gewiste bestanden bewezen en bestraft kan worden.
Ik zou ook wel zo’n knopje in mijn leven willen hebben. Als ik weer een iets stoms, doms of faliekant fouts heb gedaan, zou ik het best handig vinden als ik met een druk op de knop al die blunders kon wissen – voorgoed. Maar zo werkt het niet. Ik maak fouten, die ik niet ongedaan kan maken en daarom is er een aanklacht tegen mij ingediend.
Terecht. Ik heb gezondigd. Meer dan eens. Ik zondig nog elke dag. En ik weet dat op grond van Gods heiligheid elke zonde een breuk betekent in onze relatie en een aanklacht tegen mij. Genoeg bewijs om mij te veroordelen. En ik weet ook dat de straf op al die zonden is dat ik eeuwig van God gescheiden moet leven. Toen de tekst uit Kolossenzen 2:14 voor het eerst echt goed tot me doordrong, kon ik het bijna niet geloven. De aanklacht: uitgewist en vernietigd… Dat kan toch niet?! Ja, ja, er zal wel een addertje onder het gras zitten. Nee, geen addertje, maar een slang, die op het moment suprême alle gewiste zonden weer boven tafel weet te krijgen om mij alsnog ter dood te veroordelen…
Maar dan dringt het tot mij door op welke wijze de aanklacht is gewist en vernietigd. Dat is gebeurd op Goede Vrijdag. Daar, op de heuvel Golgota, werd Jezus niet alleen aan het kruis genageld. Nee, Hij nagelde Zelf ook iets aan het kruis. Het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, lees ik in de weektekst. Het bewijsstuk dat door Zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde, staat er in de NBG-vertaling. Dat nagelde Hij aan het kruis en wiste het daarmee uit, voor eens en altijd.
Jezus hoeft niet zoals de andere hogepriesters, elke dag eerst offers op te dragen voor Zijn eigen zonden en dan voor die van het volk; dat heeft Hij immers voor eens en altijd gedaan toen Hij het offer van Zijn leven bracht. (Hebreeën 7:27) Hij legde Zijn leven af, uit vrije wil: Hier ben Ik, Ik ben gekomen om uw wil te doen… Op grond van die wil zijn wij voor eens en altijd geheiligd, door het offer van het lichaam van Jezus Christus. (Hebreeën 10:7,10) Zonder bewijs geen veroordeling. Zonder bewijs vrijspraak. Zover gaat Jezus als Hij sterft aan het kruis. Voor mij! Hij vernietigt alle bewijzen van al mijn zonden. DELETET!
Ongelooflijk – ik ben vrij! Vrij van schuld, vrij van oordeel, vrij van de straf! VRIJ! Dat maakt deze verschrikkelijke, donkere, bange, hopeloze vrijdag terecht tot Goede Vrijdag!
NALEVEN
Voor eens en altijd… geloof je dat? Geloof je werkelijk dat het sterven van de Heer voldoende was om jou vrij te kopen? Geloof je werkelijk dat je niets kunt toevoegen, niets hoeft toe te voegen om voor eeuwig te mogen leven? Geloof je dat Hij de aanklacht en alle bewijs tegen jou heeft uitgewist en vernietigd? Geloof je echt dat Jezus dat alles heeft volbracht? Dien Hem dan uit liefde en dankbaarheid, bedank Hem voor zijn onuitsprekelijke gave en geniet van de herstelde relatie tussen God en jou!
En als je diep vanbinnen nog steeds denkt dat je vreselijk je best moet doen om God zover te krijgen dat Hij van je houdt, om ervoor te zorgen dat je Zijn liefde niet verspeelt, weet dan dat Hij alles heeft volbracht, voor eens en altijd, en dat niets en niemand je uit Zijn hand kan roven. Dat is niet jouw verdienste en zou dat ook nooit kunnen zijn – het is pure genade!
Door Zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan. Want Hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God mogelijk heeft gemaakt. (Efeziërs 2:8-10)