Met al mijn bepakking stap ik mijn hotelkamer binnen. De luxe die voor mijn ogen zich ontvouwd verrast me. Nog maar net stappen we uit de auto waarin alles volledig door elkaar heen geschud is vandaag. Door de grote hobbels in de wegen stuiterden we regelmatig behoorlijk door elkaar, maar ook door alles wat ik zag, zijn al mijn vanzelfsprekendheden wel even anders.
In de omgeving waar we vandaag naartoe gereden zijn wordt er veel voedsel verbouwd. Je ziet dan vol bepakte ezels, maar ook veelal vrouwen die met ontzettend veel gewassen op hun rug langs de snelweg lopen. Daar waar wij trekkers hebben met alle soorten machines en prachtig aangelegen graslanden is hier alles zo anders. Veelal met de hand doen de mensen het werk op kleinschalig niveau om hopelijk genoeg geld te verdienen voor hun eigen levensonderhoud.
Gisteren waren we in Kibera, een sloppenwijk in Nairobi, waar we gastvrij ontvangen werden door een jonge vrouw van 35 jaar en haar gezin. De weg naar haar huisje, dat qua oppervlakte slechts een zesde deel van mijn hotelkamer is, was smal, smerig en totaal niet makkelijk begaanbaar. De vele kinderen die je nieuwsgierig als blanke bekijken drommen om je heen. Wanneer je elk kind aankijkt en nadenkt over de toekomst van dat kleintje dan kom je als snel tot de conclusie dat het een hopeloze situatie is. De kans dat ze uit de sloppenwijk komen is ontzettend klein, ze leven in een onveilige omgeving zonder hoop op een betere toekomst en de criminaliteit is immens.
Op het moment dat je de zes vierkante meter binnenstapt, kijk je je ogen uit. Een eng stroomdraadje dat bestaat uit verschillende aan elkaar gekoppelde draden, de duisternis omdat er geen ramen zijn, de doeken die opgehangen zijn om nog iets van gezelligheid te creëren. Nadat ik op een soort van krakkemikkig bankje was gaan zitten hoorde ik haar verhaal: HIV positief, daardoor te ziek om te werken en met haar 6e kindje van 4 maanden op haar arm deelde ze haar diepste verlangen. Haar wens is dat ze haar kinderen op mag zien groeien totdat ze zichzelf kunnen redden. Door het kijkje in haar leven kregen de vele mensen die ik hier zie een gezicht, een naam, een verhaal. Het contrast dat het schept met mijn leven in Nederland is ontzettend!
En toch getuigde deze jonge moedige vrouw van hoop. Hoop dat haar toekomst geeft, dat haar troost, dat voorziet. In de duisternis en uitzichtloosheid van haar leven is God haar alles. In een leven waarin niets begerenswaardig is, admireerde ik haar liefde voor de Rots en Toevlucht van haar bestaan, waarin ze alles van Hem verwacht. Vorige week vroeg ik bij een training aan een groep vrouwen: ‘Geloof je dat God genoeg is?!’ Deze vrouw weet als geen ander hoe dat werkt. Dat God het enige is waar ze zich aan vast kan houden, dat Hij de Bron van haar leven is en dat Hij haar leven schenkt in al haar volheid. Wow! Wat een mindblowing moment toen ik me dat realiseerde. Zo’n contrast met mijn plaatje van echte armoede en rijkdom. Deze vrouw weet wat echte rijkdom is.