Het was prachtig. Zo puur en oprecht. Zo mooi dat ik, op het moment dat ik het verhaal hoorde, in tranen wilde uitbarsten. Mijn hoofd in mijn handen laten zakken en huilen om de eenvoud en het vertrouwen. Ze vertelde dat ze graag wat wilde gaan doen als haar jongste dochter naar school ging. Ze had het voorgelegd aan haar hemelse Vader. Die week daarop werd ze benaderd voor een baan – een baan die bij naar paste. ‘Want God weet hoe ik ben.’ Overgave. Vertrouwen.
En ’s avonds toen in mijn bedje lag, bad ik keurig dat ik mijn leven in Gods hand wilde leggen. Ik geef me over, bad ik vol overgave. Met een tevreden gevoel ging ik slapen. Mooi geregeld! Maar God kent ook mij.
In de week die volgde, kreeg ik last van mijn knie. Het deed afgrijselijk zeer. En net als met alles waar ik eigenlijk geen raad mee weet, deed ik net alsof het er niet was. Maar dat lukte niet. Daar zorgde de pijn wel voor. En als de pijn dat niet deed, dan deden de mensen in mijn omgeving dat wel. Er zat namelijk een afzichtelijk groot ei op mijn knie. Ik kon niet anders dan een huisarts te raadplegen. Slijmbeursontsteking. Dat is wat hij zei. Slijmbeursontsteking met maar één belangrijke remedie: rust, rust en rust.
Maar dat wilde ik niet, want ik had plannen. Ik had al bedacht hoe ik mijn week (lees: weken) ingedeeld had. En ik werd boos. Boos op God, boos op mezelf, boos op mijn lichaam. Boos op alles. Ik voelde me machteloos, ik had het niet in de hand en het frustreerde mij.
En tussen mijn boze gedachten door hoorde ik een zacht gefluister in mijn hoofd. Het was als een refrein dat eindeloos zacht zingend in mijn hoofd bleef hangen. Geef je over. Vertrouw Me. Haast fysiek voelde ik hoe alles in mij zich tegen dit gegeven verzette. Overgave, dat betekent loslaten. Ik had er keurig voor gebeden en dat klinkt heel makkelijk, maar de praktijk is anders.
Toch kon ik niet anders dan mijn leven loslaten, want wederom merkte ik dat je je eigen gezondheid niet in de hand hebt. Ik kon er boos over zijn, over razen, gefrustreerd zijn, maar het had allemaal geen zin.
Overgave, zong het in mijn hoofd, maar mijn hart huilde, want ik moest loslaten wat ik dacht in de hand te hebben. En heel voorzichtig stap voor stap – dag bij dag kan ik haast wel zeggen – liet ik los. Ik zag alles wat er de afgelopen weken in mijn leven gebeurd was en ik wist dat ik moest gaan leren vertrouwen. God kent ook mij. Hij weet wat goed is.
Ik liet los en liet mij vallen, in het vertrouwen dat de Vaderhand mij op zou vangen.