Maar Petrus zei: ‘Ananias, waarom heb je je door satan laten misleiden en heb je de Heilige Geest bedrogen door een deel van de opbrengst van het stuk grond achter te houden? Niet de mensen heb je bedrogen, maar God Zelf.’
(Handelingen 5:3-4, NBV)
BEGRIJPEN
Wie denkt dat er alleen in het eerste deel van de Bijbel gruwelijke verhalen staan, komt bedrogen uit. Het verhaal van Ananias en Saffira is helemaal in lijn met andere bizarre verhalen. Er vallen namelijk doden: een man en zijn vrouw – ze vallen zo maar dood neer. God straft. God oordeelt. Zo laat God Zich al vrij snel in de Bijbel kennen. Denk maar aan het verhaal van de enorme watervloed waarmee de hele aarde bedekt wordt en mens en dier sterft. Behalve Noach en zijn gezin en een boot vol dieren. Zo laat God Zich voortdurend kennen: er sterven mensen, want God laat niet met Zich spotten. Ook niet na Kerst. Ook niet na Pasen en dus ook niet na Pinksteren.
In vers 4 staat de kern van het probleem: Niet de mensen heb je bedrogen, maar God Zelf. Ananias en Saffira denken het goed voor elkaar te hebben. Ze verkopen een stuk land en gaan met de opbrengst naar de apostelen. Zo hadden anderen het ook gedaan. Maar wat de anderen blijkbaar niet hadden gedaan, was oneerlijk zijn over de hoogte van de opbrengst. Ananias en Saffira willen met de rest meedoen, ze willen erbij horen, misschien willen ze wel geprezen worden om hun vrijgevigheid, maar het gaat niet van harte, er zit te weinig geloof onder. En dat blijkt uit de woorden die Petrus zegt: ‘Je hebt God zelf bedrogen…’ Als Ananias en Saffira hun land verkocht hadden uit liefde voor God, omdat ze Hem vertrouwen en geloven dat Hij voorziet, dat zij dat bezit niet nodig hebben, dan waren ze nooit op het idee gekomen om te liegen over de opbrengst.
Het is trouwens heel bizar dat Ananias al dood neervalt – nog voordat hij de leugen heeft uitgesproken. Blijkbaar is de intentie om te liegen al reden genoeg. In je hart liegen is ook liegen. Ananias valt net zo dood neer als zijn vrouw Saffira.
Het plan dat Ananias en Saffira hebben gemaakt, toont aan dat zij niet op God vertrouwen, maar dat zij geloof hechten aan een ander: de satan, de bedrieger. Wat zal hij hen hebben doen geloven? Dat het onzin was om al het geld te geven, dat ze beter ook nog iets voor zichzelf konden houden – stiekem? Dat het onverstandig was om alles weg te geven, maar dat het ook niet nodig was om de anderen te laten weten dat zij nog wat achter de hand zouden houden?
Ananias en Saffira geloven het. En daarmee zijn zij voorbeelden geworden van mensen in wie het evangelie van Jezus Christus niet is geworteld. Voorbeelden van mensen in wie de Geest niet de kans heeft gekregen Zijn vrucht te zaaien.
NALEVEN
Ananias en Saffira zijn meelopers. Tenminste, zo stel ik mij hen voor. De Bijbel vertelt eigenlijk niets over hun motief om niet open te zijn over financiën, maar ik stel mij zo voor dat dit echtpaar wil meeliften op het succes van de eerste christenen. Vaak wordt van hen gezegd dat ze jaloers zijn op bijvoorbeeld Josef (Handelingen 4:36). Josef zou geprezen zijn, omdat hij zijn land verkocht en de opbrengst aan de apostelen gaf. Dat aanzien zouden Ananias en Saffira ook willen, dat kan. Maar het is wel een negatieve uitleg. Het kan ook zo zijn dat zij de gemeenschap zien en ernaar verlangen om daarbij te horen. Ze zien wat voor goeds het teweegbrengt, ze proeven iets van de saamhorigheid, van het samen delen en samen leven. Alleen begrijpen ze niet hoe je deel kunt worden van de gemeenschap van Christus.
De geschiedenis van Ananias en Saffira laat zien dat het God om openheid, eerlijkheid en kwetsbaarheid gaat. Integriteit, tot op het bot. Ook achter de voordeur.
Anders dan bij het verhaal van de rijke jongeman die al z’n bezit moest verkopen om Jezus te volgen, hoefde dit echtpaar dat niet per se te doen. Petrus confronteert Ananias met hun bedrog: ze hadden het niet hoeven te verkopen, ze waren vrij om te doen wat ze wilden met de opbrengst. Het enige wat ze niet hadden moeten doen, is oneerlijk zijn. Het geeft aan dat zij vertrouwen tekortkomen. Ze moeten iets achter de hand hebben. Ze denken op een makkelijke manier de gemeente van Christus binnen te komen.
Ik kom ze genoeg tegen: meelopers. Sommige van deze meelopers vinden de gemeente wel gezellig. Ze vinden het fijn dat er naar hen wordt omgekeken – zeker nu ze hulpbehoevend zijn geworden. Anderen willen geprezen worden om wat ze doen of wat ze geven, ook al zit hun hart er niet achter. Ik doe m’n best dat zonder oordeel te zeggen. Want mij maakt het niet vanuit welke motivatie je deel wilt zijn van een geloofsgemeenschap. God kent ons hart vol twijfel, Hij kent onze mitsen en maren, onze halfslachtigheid en onze terughoudendheid. En Hij is genadig.
Waarom Ananias en Saffira dan wel dood neervallen? Ik denk dat dat komt doordat het net Pinksteren is geweest. God kan het niet laten gebeuren dat de bron van levend water meteen al vervuild raakt. Heiligheid en zuiverheid gaan hand in hand…