Nadat Jezus ervan gedronken had zei Hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog Zijn hoofd en gaf de geest.
(Johannes 19:30, NBV)
BIJBELGEDEELTE
Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten Zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar Zijn onderkleed was in één stuk geweven, van boven tot beneden. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we het niet scheuren, maar laten we loten wie het hebben mag.’ Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Ze verdeelden Mijn kleren onder elkaar en wierpen het lot om Mijn gewaad.’ Dat is wat de soldaten deden. Bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala. Toen Jezus Zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie Hij veel hield, zei Hij tegen Zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis. Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei Hij: ‘Ik heb dorst.’ Er stond daar een vat zure wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en brachten die naar zijn mond. Nadat Jezus ervan gedronken had zei Hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog Zijn hoofd en gaf de geest.
(Johannes 19:23-30, NBV)
BEGRIJPEN
Het Stabat Mater is wereldberoemd. Een (Latijns) gedicht uit de middeleeuwen dat genoemd is naar de eerste woorden van het gedicht: De moeder stond… Het gedicht is geschreven bij het beeld van Maria bij het kruis van Jezus.
Eigenlijk kan ik mij er geen voorstelling van maken hoe Maria zich gevoeld heeft. Wat heeft zij gedacht, terwijl zij bij het kruis stond waaraan haar Zoon hing? Wat ging er door haar heen toen zij het gemartelde lichaam van haar Zoon zag? Welke herinneringen gingen door haar hoofd?
Het Stabat Mater bezingt Maria als een intens verdrietige moeder. Haar hart wordt als het ware met een zwaard doorboord. Zo hevig is haar pijn om het verlies van haar Zoon. Tegelijkertijd: ze heeft het diep in haar hart geweten – dat kan haast niet anders. De voortekenen voor Zijn bijzondere weg zijn er vanaf de aankondiging van Zijn geboorte al geweest. En toch… Aan de voet van het kruis lijken de woorden van de engel Gabriël slechts een mooi droom, de beloften lijken ineens zo belachelijk, hoe heeft ze het ooit kunnen geloven? Hoe heeft ze ooit kunnen geloven dat het waar zou zijn? Op dit moment lijkt de situatie van haar zoon uitzichtloos en lijkt dus ook haar situatie uitzichtloos.
Maar…
NALEVEN
… geen duisternis zo donker of God kan verlichting brengen. Geen dal zo diep of God loopt met je mee omhoog. Daar waar mogelijkheden worden beperkt, waar wegen worden afgesneden, waar hoop je ontnomen wordt, daar wordt het leven dat God geeft geblokkeerd.
Iedere tijd heeft zo haar eigen mensen die de hoop op vrijheid blokkeren. Heeft iedere situatie haar eigen mensen die de weg naar nieuw leven versperren. Mensen om je heen die alle hoop de grond in boren met hun cynisme en sarcasme. Hoe uitzichtloos kan een situatie lijken, doordat iemand alsmaar negatief en pessimistisch is? Of doordat er mensen zijn die je plezier in het leven weten te ontnemen met kleine pesterijen, met steken onder water, met minachtende opmerkingen…
Maria staat bij het kruis. Als moeder van Jezus, haar Kind. Als moeder van Jezus, de Zoon van God. Wat een gemengde gevoelens zal dat hebben gegeven. Een strijd tussen uitzichtloosheid en trots dat Jezus deze weg heeft volbracht. Een strijd tussen wanhoop en diepe dankbaarheid om Zijn gehoorzaamheid.