‘Jullie zijn het licht in deze wereld.’
(Matteüs 5:14, BGT)
BIJBELGEDEELTE
Jezus zei tegen Zijn leerlingen: ‘Jullie zijn het licht in deze wereld. Een stad op een berg is voor iedereen zichtbaar. Niemand zet een brandende lamp onder een emmer. Je zet een lamp juist hoog. Dan schijnt het licht voor alle mensen in huis. Zo moeten jullie ook een licht zijn en schijnen voor alle mensen. Dan zien ze de goede dingen die jullie doen. En dan zullen ze jullie hemelse Vader eren.’
(Matteüs 5:13-16, BGT)
EEN STAPJE DICHTERBIJ
Bij ons in de buurt viel laatst de stroom van de lantaarnpalen uit. Het straatje waar ik langs moest fietsen, was daardoor heel donker. En hoewel ik daar elke dag fiets, voelde ik me opeens onveilig en zelfs een beetje bang. Ik merkte hoe fijn ik het vond dat er normaal wel lantaarnpalen branden. De aanwezigheid van licht zorgt ervoor dat ik me veilig voel, dat ik goed kan zien waar ik heen ga. Het helpt me om te weten of ik me op de goede weg bevind.
De tekst van vandaag komt uit Matteüs 5. Dit hoofdstuk is een deel van een soort preek die Jezus hield op een berg, deze preek noemen we de ‘Bergrede’. In dit vers wijst Jezus Zijn leerlingen erop dat zij het licht van de wereld zijn. En, zegt Hij erbij, verstop je licht niet, maar zet het op een plek, zodat iedereen het kan zien.
Ik moet denken aan die bekende uitspraak dat je sterren alleen kunt zien als het donker is. Ze zijn er altijd, maar het licht van de zon is zo overweldigend overdag, dat we de sterren niet kunnen zien. Pas als het donker wordt, kunnen wij ze zien en ervan genieten.
Deze vergelijking roept twee dingen bij me op: wij kunnen als sterren (of lantaarnpalen!) in de donkere wereld om ons heen zijn. Dat is een prachtige taak! Door onze aanwezigheid, kunnen we verschil maken. Door tussen onze buren te wonen en iets uit te stralen van de God in Wie we geloven, zijn wij licht van de wereld en veranderen wij de plek waar we wonen. Want waar wij wonen, is minder plek voor duisternis. Waar wij wonen, geven wij mensen om ons heen een veiliger gevoel. Waar wij wonen, woont Jezus. Want Jezus woont in ons, en door Hem zijn wij licht. We hoeven het niet te worden – we zijn het al.
Er zijn natuurlijk allerlei dingen die we voor onze wijk en onze omgeving kunnen doen. Liefde tonen, bidden, meeleven, praktisch hulp bieden. Maar het is belangrijk om te beseffen dat jij, alleen al door jouw aanwezigheid, je omgeving verlicht. Omdat Jezus in je woont. En dat is de kern van wat Jezus zegt: je bént licht. Dat is hoe je bent gemaakt. Zorg er dus voor dat dat licht gezien wordt.
De tweede gedachte vind ik minstens zo bemoedigend. De lantaarnpalen kunnen overdag uit, omdat het daglicht genoeg is. En ook de sterren zijn overdag niet meer zichtbaar, omdat de zon helderder is. Uiteindelijk komt er een dag dat ons licht wordt overstemd door het prachtige, rijke licht van God. Wanneer God komt en Zijn Licht voor iedereen zichtbaar is, valt ons licht in het niet. We schijnen vast nog wel – maar de nacht is voorbij, het Licht heeft gewonnen!
Elke dag bij het uitgaan van de lantaarnpalen en de komst van het daglicht, dank ik God hiervoor. Dat het licht het weer mocht winnen van de duisternis. Dat aan de duisternis ooit een einde zal komen en het Licht van God dan voor altijd zal schijnen.
Tot die tijd mogen wij ons, zoals lantaarnpalen op het stroomnet zijn aangesloten, laten vervullen met Gods Geest, door Wie we licht kunnen geven. Dat doet me denken aan het volgende verhaaltje. In een prachtige kerk met mooie glas-in-loodramen vertelde een moeder eens aan haar dochter: ‘Kijk eens naar die ramen, daar staan heiligen op afgebeeld.’ Later zei het meisje tegen haar juf: ‘Ik weet wat heiligen zijn: mensen door wie het licht heen schijnt.’
Laat zo maar schijnen, dat licht!
GEBED
Goede God, dank U dat we dankzij U licht in de wereld zijn. U maakt ons heilig door Uw licht door ons te laten schijnen. Dank U dat we daardoor de plek waar wij wonen mogen verlichten. Geeft U ons moed en liefde voor deze week die voor ons ligt. In Jezus’ Naam, amen.