Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij, Uw stok en Uw staf, zij geven mij moed.
(Psalm 23:4, NBV)
BIJBELGEDEELTE
Een psalm van David. De HEER is mijn Herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water, Hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van Zijn Naam. Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij, Uw stok en U staf, zij geven mij moed. U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand, U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven, ik keer terug in het huis van de HEER tot in lengte van dagen.
(Psalm 23, NBV)
EEN STAPJE DICHTERBIJ
We hadden net de hand geschud na een dienst, toen een vrouw me aansprak en zei dat ze helemaal was vergeten de paaskaars aan te steken. ‘O, dat geeft niet hoor,’ zei ik, in een poging haar gerust te stellen, want ik merkte dat ze het echt vervelend vond. En daarbij was mij wel duidelijk: het licht van de kaars dat Christus’ aanwezigheid symboliseerde, had dan misschien niet gebrand tijdens de dienst, maar Christus was er zeker wel geweest! Hij was erbij geweest, ook in het ‘donker’.
Net als die herder in Psalm 23 er was in dat donkere dal waar zijn kudde door moest trekken, om bij de zomerweide te komen. Zou hij een olielamp of iets dergelijks bij zich gehad hebben? In ieder geval had hij een stok en een staf bij zich, om wilde dieren op afstand van zijn kudde te houden en om de schapen die de neiging hadden om af te dwalen er weer bij te trekken.
Voor velen is deze psalm juist vanwege dat vers over dat donkere dal en de belofte van de aanwezigheid van de Heer zo geliefd. Vanwege de zekerheid dat God altijd als een herder zal zorgen voor degenen die van Hem zijn, voor Zijn schapen.
Misschien bevind jij je ook wel in een donker dal – vroeg of laat krijgen we tenslotte allemaal te maken met donkere dalen – waarin je geen licht voor ogen ziet. En dan, hoe vind je dan je weg? Maar vooral: hoe blijf je op de weg van het geloof? Door die stok en die staf in de hand van de Herder, die symbolen zijn van het Woord van God! En laat dat Woord nou juist de lamp voor onze voet zijn!
Nu is het vandaag de eerste zondag van advent en staan we stil bij aankondiging van de komst van Jezus. We openen opnieuw de Bijbel bij het begin van het evangelie van Lucas en Matteüs en beleven de verwachting van de geboorte van Jezus. Maar hoewel het belangrijk is om opnieuw te lezen en mee te gaan in de verwachting van Zijn komst, mogen we weten: Hij ís al gekomen. Laten we daarom vandaag, deze eerste adventszondag, onderstrepen: Hij ís met ons en Hij zal ons nooit verlaten. En het geloof in Zijn aanwezigheid wordt gesterkt als we Zijn Woord openen.
Laten we Hem vandaag danken, voor het grote geschenk van Zijn aanwezigheid in ons leven. Ook als het donker is en er geen kaars brandt: Hij is er. Laat Zijn Licht over je schijnen door de Bijbel te openen. Lees en laat je bemoedigen door de beloftes en door de verhalen van gelovigen die donkere tijden kenden, maar die het licht zagen opgaan in hun leven.
En, als je in deze donkere decembermaand een kaars aansteekt, denk dan maar: dit is een zichtbaar teken van Jezus Christus Die nu en altijd bij mij is!
GEBED
Heer Jezus Christus, dank U dat U altijd bij mij bent, ook als ik door een donker dal ga. Help mij om in een moeilijke periode op U te blijven vertrouwen. Heer, sterk in deze adventstijd mijn geloof in U. Amen.


