‘Jij bent gezegend, Maria. Want jij geloofde dat God zou doen wat de engel je vertelde.’
(Lucas 1:45, BGT)
BIJBELGEDEELTE
Toen Elisabet de stem van Maria hoorde, trappelde het kind haar buik. De Heilige Geest kwam in Elisabet, en zij riep naar Maria: ‘Jij bent gezegend, meer dan alle andere vrouwen! En ook het kind dat je krijgt, zal gezegend zijn!’ Elisabet zei verder: ‘De moeder van de Heer is bij mij op bezoek. Wat een eer! Toen ik je stem hoorde, voelde ik het kind in mijn buik. Het trappelde van vreugde. Jij bent gezegend, Maria. Want jij geloofde dat God zou doen wat de engel je vertelde.’
(Lucas 1:41-45, BGT)
EEN STAPJE DICHTERBIJ
Ik probeer me weleens voor te stellen wat er door Maria heen ging bij alles wat ze te horen kreeg over het kindje dat ze zou krijgen. De ene belofte nog mooier en groter dan de andere. Ze wist dat ze van zichzelf niets bijzonders had dat haar onderscheidde van andere vrouwen. In haar lofzang zegt ze: ‘God koos mij uit, mij, een heel gewoon meisje.’ (Lucas 1:48, BGT) Ze begrijpt niets van de keuze van God, maar zegt eenvoudigweg tegen de engel: ‘Ik wil God dienen. Laat er met mij gebeuren wat u gezegd hebt.’ (Lucas 1:38, BGT)
Hoe meer ik hierover nadenk, hoe meer ik me verwonder over die berustende houding van Maria. In haar plaats zou ik de verantwoordelijkheid als een loden last op mijn schouders voelen drukken. Mijn kind de Zoon van God? De Redder van de wereld? Hoe dan?
Maria accepteerde echter zonder vragen de taak die God haar toevertrouwde. We weten vrijwel niets over de jonge jaren van Jezus, behalve dat ene zinnetje in Lucas: Jezus groeide op. Hij werd sterk en wijs, en God was bij Hem met Zijn liefde. (Lucas 2:28, BGT) Ik vermoed dat Maria Jezus gewoon opvoedde zoals ze zelf opgevoed was: met liefde, en met eerbied en ontzag voor God en Zijn geboden.
Maria deed wat God van haar verwachtte. Maar misschien nog wel belangrijker: ze deed niet wat God níét van haar verwachtte. Ze wist dat het niet haar taak was om te zorgen dat Jezus ‘Redder van de wereld’ zou worden. Als dat moest gebeuren, zou God dat doen. Elisabet prijst haar om die houding: ‘Jij bent gezegend, Maria. Want jij geloofde dat God zou doen wat de engel je vertelde.’ (Lucas 1:45, BGT)
Maria nam haar verantwoordelijkheid serieus, maar ze wist ook waar die ophield. Daar kunnen wij veel van leren. We hebben allemaal taken en verantwoordelijkheden in het leven – in ons gezin, onze familie, ons werk, de maatschappij, de kerk. Sommige daarvan zijn goed afgebakend, andere niet.
In geval van dat laatste, bestaat het gevaar dat je je verantwoordelijk gaat voelen voor dingen die jouw verantwoordelijkheid niet zijn, of schuldig over fouten waaraan jij geen enkele schuld hebt. Dat je je verantwoordelijk voelt voor het geluk en het welzijn van anderen, voor de sfeer in een groep of noem maar op. De Bijbel geeft daar een nuchter advies over: Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. (Romeinen 12:18, NBV) Niet alles hangt van ons af. Wij zijn verantwoordelijk voor onze houding, onze reactie, onze daden, niet voor die van een ander. Dat moet ik mezelf regelmatig voorhouden, want het is een van mijn grootste valkuilen.
Misschien herken je jezelf hier wel in. Schrijf eens op hoe jij met dit soort dingen omgaat, wat jij zou willen leren. Weet jij wat jouw verantwoordelijkheid is en wat niet? Wat God van jou verwacht en wat niet?
Kom naar Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal Ik jullie rust geven. Neem Mijn juk op je en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’ (Matteüs 11:28-30, NBG)
Jezus wees altijd op Zijn Vader, maar misschien was dit wel iets wat Hij van Zijn moeder geleerd had…
GEBED
Vader, dank U voor alles wat U ons toevertrouwt. Help ons om geen lasten op ons te nemen die U ons niet oplegt. Geef ons de moed om dingen te veranderen als dat nodig is. Amen.


