Het vrijmoedig naderen betekent dat we niét weglopen van Jezus, maar naar Hem toegaan. Dat we niet onze ogen sluiten, maar openen voor Jezus Christus zelf. Hij is zó anders dan wij, maar ons toch in alles gelijk geworden. Zelfs, of juist in het lijden.
In Leviticus kun je lezen dat er een offer nodig is voordat God bij de mensen kan wonen. Alleen de hogepriester mocht één keer per jaar, met het bloed van een offer voor de zonden van zichzelf en het volk, het heilige der heilige binnengaan. Zonder het bloed zou hij het niet overleven om zo tot God te naderen.
Jezus wordt in Hebreeën 4 omschreven als de Hogepriester die anders is dan alle andere hogepriesters. De afstand tot God waar we in Leviticus over lazen is nu weg, omdat Jezus zélf het heiligdom is binnengegaan met zichzelf als volmaakt offer. Hij heeft de afstand opgeheven en iedereen die is gereinigd door zijn bloed mag vrijmoedig tot God naderen. Hij is de afspiegeling van Gods heerlijkheid en verlost mensen van de angst voor de dood. Hij is hoger dan de engelen en is met eer en heerlijkheid gekroond. Hij is zó anders.
Is Hij dan ook werkelijk iemand die weet wat wij doormaken? Ja. Hij is zó anders, en zó hetzelfde. Want Jezus was volkomen God én mens. De rechtvaardigheid van God eist dat de mens voor de zonde betaalt. Wij verdienen de straf, dus Jezus moest mens worden zoals wij. Hij moest als mens de straf dragen, die de mensen hebben verdiend. Hij werd als mens in alles gelijk aan ons, ook als het gaat om onze zwakheden. Waarom? Lees Hebreeën 2:17-18 maar eens. Daarom.
Jezus kwam op aarde met een menselijk lichaam. Hij kende dorst, vermoeidheid, angst, teleurstellingen en honger. Hij was mens met zijn hart. Dit zie je in de hof van Gethsémané, waar Hij angstig en bedroefd was (Matth. 26:38). Hij was mens met zijn verstand; dit zie je in Lukas 2:52 waar wordt gezegd dat Jezus ook groeide in wijsheid. En Hij was mens met zijn wil; dit zie je in de hof van Gethsemané waar Hijzelf worstelde met de wil van God en het overgeven van zijn eigen wil aan de Vader.
Hij had geen oppervlakkig begrip van wat we kunnen doormaken in het leven, want Hij kende het lijden uit eigen ervaring. Dit laatste houdt in dat Hij vanaf het moment dat Hij op de aarde kwam in álles verzocht werd. Het hele leven van Jezus bestond uit verzoekingen, beproevingen en verleidingen tot zonden, net zoals ons leven daaruit bestaat.
Dat betekent dat Hij de verleidingen waarmee we worstelen kent. Hij weet hoe graag de duivel ons wanhopig wil maken en ons wil afhouden van het hart en de wil van God. Alleen, daar waar we al vaak zijn gevallen, heeft Hij zich geen enkele keer overgegeven. Tegen elke verleiding heeft Jezus ‘nee’ gezegd. Uit gehoorzaamheid aan en liefde voor zijn Vader. Als Hij één keer ‘ja’ had gezegd, waren er geen verzoening, vergeving en verlossing geweest. Hij hield vol tot in de dood want Hij had lief tot in de dood. Jezus Christus, hoogverheven en onnoembaar dichtbij.
Het feit dat wij zo’n Hogepriester hebben, moet ons aansporen om tot de troon van de genade te gaan. Dat we open en eerlijk tegen God zijn over onze zwakheden en zonden. Hij zal niet straffen, maar om Jezus’ wil vergeven door zijn barmhartigheid. We mogen Hem om hulp vragen voor onze dagelijkse worstelingen en zwakheden, want Hij is genadig. Laat dit ons aansporen om vrijmoedig tot God te gaan en op Jezus te zien die werd zoals wij, opdat wij mogen komen waar Hij is: bij de Vader. En weet je? ‘Je zult barmhartigheid krijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.’ (Hebr. 4:16) Dat heeft Hij beloofd!
Tekst: © Kom en zie (Zij Lacht; Maartje Kok)
Kom en zie is een veertigdagenboek dat woorden geeft van verstilling, verscherping en vertroosting, om zo in deze veertigdagentijd je ogen te richten op Jezus. Het zien op Jezus doen we door te kijken door de ogen van de gelovige van vroeger en nu. Wat zagen zij van Jezus en wat zegt ons dat? Deze veertig dagen ga je op weg en kijk je naar Jezus door middel van overdenkingen, gedichten, vragen en opdrachten. Zo leer je in deze dagen zien wat het betekent dat Christus ons lief heeft gehad tot in de dood. Eén ding is zeker: we zullen nooit uitgekeken raken.