Ik zoek naar een plaats waar mijn ogen tot rust kunnen komen, maar voordat ik het weet, word ik verstoord door alles wat ik zie. Ik zie wat voor ogen is en zoeken naar een plek waar ik vervulling kan vinden. Ik zie de mooie interieurs van vriendinnen en perfect gematchte kleding van hun kinderen. Hoe langer ik blijf kijken, hoe meer mijn hart zich hier aan gaat hechten en zegt: ‘Ik wil dat ook…’
Mijn ogen zien de relaties die ik zelf niet ken. Ik zie geluk en wil het kunnen grijpen. Mijn hart hecht zich aan altijd maar jagen naar een beter, een ander leven. Naar een ‘ik wil dat ook’. Ik wil ook een relatie. Ik wil ook een andere baan. Ik wil ook kinderen. Ik wil ook een ander huis. Ik wil ook…
Mijn ogen richten zich ook veel op mijzelf. Hoe ik wel of niet zou moeten zijn. Ik richt mij telkens op mijn eigen problemen, gedachtes en worstelingen. Mijn ogen richten zich op anderen en ik denk: Ik wil ook zo zijn. Ik wil ook zo’n lichaam. Ik wil ook…
Zonder dat ik het doorheb, ontneemt de ik-wil-ook-gedachte de vreugde van de dag weg. Ze rooft ze als een dief in de nacht. De vreugde waar ik voor gemaakt ben, wordt geblust. Ik zie wat voor ogen is en mijn hart hecht zich steeds meer aan alles hier op aarde. Zo blijft de gedachte zich herhalen. Ik wil ook.
Er klinkt een lied van David, die in zijn hart laat kijken: O God, U bent mijn God! U zoek ik vroeg in de morgen; mijn ziel dorst naar U, mijn lichaam verlangt naar U in een land, dor en dorstig, zonder water. (Ps. 63:2) Het stuit tegen de borst, roept een verlangen op. Het blaast leven in, het maakt een ander ‘ik wil ook …’ wakker. Het ‘ik wil ook’ waar ik voor gemaakt ben: Ik wil ook… verzadigd zijn in God. Ik wil ook dat Hij mijn dorst lest.
Het lied gaat verder, David deelt zijn geheim. Het geheim is geen perfect leven of mooie Instagram-feed, het is een heiligdom. Want daar, zegt David, heb ik Uw macht en Uw heerlijkheid gezien. (Ps. 63:3) Het geheim van de vreugde en harstvervulling van David is het zien van God.
Mijn ogen vullen zich met tranen. Was ik dit vergeten, had ik hier werkelijk mijn ogen voor gesloten en verlangde ik meer naar het leven dan naar mijn Maker? Ik hoor de belijdenis van David: Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven; daarom zullen mijn lippen U prijzen. (Ps. 63:4) Ik kijk op en zeg: ‘Vader, dát wil ik ook. Ik belijd dat mijn ogen gericht waren op zichtbaarheid, terwijl U mij oproept te kijken naar de eeuwigheid. Ik keek naar mijzelf en verloor het ontzag voor U. Ik keek naar mijn problemen en zag niet dat U de vreugde bent te midden van mijn chaos.’
In de verte hoor ik David opnieuw zingen en zachtjes zing ik het mee, want ik weet dat het de waarheid is: U bent beter dan het leven. Mijn ziel is alleen in U verzadigd. Geef dat ik alleen op U zal zien, want als ik naar U kijk, hecht ik mij meer aan U dan aan alles hier op aarde. Alleen door U te zien, zie ik alle dingen hier in recht en waarheid. Alleen door U te zien verlang ik meer naar U.
Op mijn knieën zoeken mijn ogen mijn Verlosser en ik hoor Hem fluisteren: ‘Kom en zie. Kom en zie.’ Ik zie zijn handen gevuld met overvloed, zijn liefdevolle ogen. Ik zie genade voor alle keren dat mijn ogen zich van Hem afwendden. Hij zegt het opnieuw: ‘Kom en zie.’ Ik knik en fluister: ‘Dát wil ik.’
Tekst: © Kom en zie (Zij Lacht; Maartje Kok)
Kom en zie is een veertigdagenboek dat woorden geeft van verstilling, verscherping en vertroosting, om zo in deze veertigdagentijd je ogen te richten op Jezus. Het zien op Jezus doen we door te kijken door de ogen van de gelovige van vroeger en nu. Wat zagen zij van Jezus en wat zegt ons dat? Deze veertig dagen ga je op weg en kijk je naar Jezus door middel van overdenkingen, gedichten, vragen en opdrachten. Zo leer je in deze dagen zien wat het betekent dat Christus ons lief heeft gehad tot in de dood. Eén ding is zeker: we zullen nooit uitgekeken raken.